WEGWIJS IN UW
De snelheid moet altijd worden
AUTO
afgestemd op de verkeerssituatie en de
weersomstandigheden en de geldende
verkeersregels. De motor kan worden afgezet
VEILIGHEID
terwijl het DPF-lampje brandt, maar herhaalde
onderbrekingen van het regeneratieproces
kunnen voortijdig kwaliteitsverlies van de
motorolie tot gevolg hebben. Daarom verdient
het altijd aanbeveling te wachten tot het lampje
STARTEN EN RIJDEN
uit is gegaan voordat u de motor afzet,
rekening houdend met hetgeen hierboven is
beschreven. Het verdient geen aanbeveling de
LAMPJES EN
DPF-generatie te voltooien terwijl het voertuig
BERICHTEN
stilstaat.
BRANDSTOFRESERVE (geel)
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
ZORG
lampje branden, na enkele seconden moet het lampje
doven.
Het lampje gaat branden wanneer er nog circa 5 liter
TECHNISCHE
brandstof in de tank is.
GEGEVENS
BELANGRIJK Als het waarschuwingslampje knippert,
dan is er een storing in het systeem. Wendt u in dit
geval tot het Fiat Servicenetwerk om het systeem
ALFABETISCH
te laten controleren.
REGISTER
128
BELANGRIJK
STORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM (Multijet
versies - geel)
VOORGLOEI-INSTALLATIE
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Het lampje dooft als de
voorgloeibougies de vooraf ingestelde temperatuur
hebben bereikt. Start de motor, zodra het lampje
gedoofd is.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentemperatuur kan
het lampje zeer kort branden.
STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE
Het lampje gaat knipperen als er een storing is in de
voorgloei-installatie. Wendt u zo snel mogelijk tot
het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het bijbehorende
bericht op het display.
WATER IN BRANDSTOFFILTER
AANWEZIG (Multijet-uitvoeringen -
geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden, na enkele seconden moet het lampje
doven.
Het lampje
gaat branden als er water in het
dieselfilter zit. Op enkele uitvoeringen gaat
het lampje
branden.