PASSAGIERSZIJDE ZONDER
STANDGEHEUGEN
Schuif de stoel, om deze in de oorspronkelijke stand
te zetten, naar achteren door op de rugleuning te
drukken totdat de stoel vergrendelt (beweging
4); bedien de hendel D fig. 18 (beweging 5) en kantel
de rugleuning omhoog (beweging 6) totdat hij
hoorbaar vergrendelt.
De vergrendelingsmethode is gekozen om de
veiligheid van de inzittende te garanderen. Als bij
aanwezigheid van een obstakel (bijvoorbeeld een
tas), de stoel niet in de oorspronkelijke stand kan
worden teruggezet, dan garandeert het mechanisme
dat de stoel toch in de geleiders wordt vergrendeld,
zodra de rugleuning wordt teruggeklapt.
ZITPLAATSEN ACHTER
RUGLEUNING ONTGRENDELEN
Bij uitvoeringen met ondeelbare achterbank: trek de
hendels A fig. 19 en B fig. 19 omhoog en plaats de
rugleuning op de zitting.
Bij uitvoeringen met deelbare achterbank: trek de
hendel A of B omhoog om respectievelijk het linker
of het rechter deel van de rugleuning te
ontgrendelen en plaats de rugleuning op de zitting.
fig. 19
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0S0017
25