Vergrendeling/ontgrendeling van binnenuit:
WEGWIJS IN UW
gebruik de handgrepen die op de panelen van de
AUTO
portieren zitten fig. 48.
Stand 1: het portier is ontgrendeld.
Stand 2: het portier is ontgrendeld.
VEILIGHEID
Op de uitvoeringen met centrale
portiervergrendeling leidt de bediening van de
handgreep aan bestuurderszijde of aan passagierszijde
tot de ontgrendeling/vergrendeling van beide
STARTEN EN RIJDEN
portieren en van de achterklep.
BELANGRIJK Als de deur vergrendeld is dan wordt
dit aangegeven door het rode symbool A fig. 48
LAMPJES EN
dat op de handgreep van het portier zit.
BERICHTEN
CENTRALE PORTIERVERGRENDELING
(indien aanwezig)
NOODGEVALLEN
Het inschakelen van de centrale portiervergrendeling
is alleen mogelijk als de portieren en de achterklep
perfect gesloten zijn.
ONDERHOUD EN
Ontgrendeling van buitenaf van de sloten van de
ZORG
portieren en de achterklep, druk op de toets
de sleutel met afstandsbediening.
Vergrendeling van buitenaf van de sloten van de
TECHNISCHE
portieren en de achterklep, druk op de toets
GEGEVENS
BELANGRIJK De centrale portiervergrendeling
werkt niet als een portier niet goed gesloten is of als
ALFABETISCH
er een storing in het systeem is. Na 10/11 snel
REGISTER
opeenvolgende pogingen wordt het systeem voor ca.
30 seconden uitgeschakeld.
52
Ontgrendeling van binnenuit van de sloten van
de portieren en de achterklep, trek aan de handgreep
A fig. 49.
Als aan de hendel aan bestuurderszijde of aan
passagierszijde wordt getrokken, worden beide
portieren en de achterklep ontgrendeld.
Vergrendeling van binnenuit van de sloten van
de portieren en de achterklep, duw de handgreep A
naar het paneel van het portier.
Als aan de hendel aan bestuurderszijde of aan
passagierszijde wordt getrokken, worden beide
portieren en de achterklep ontgrendeld.
De juiste stand van de hendel bij vergrendelde
portieren wordt aangegeven door het rode symbool
B fig. 49, dat op de handgrepen zelf zichtbaar is.
op
.
B
fig. 49
B
F0S0358