❒ draai de 4 wielbouten vast;
WEGWIJS IN UW
❒ draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en
AUTO
verwijder de krik;
❒ draai de wielbouten kruiselings vast, in de volgorde
die in fig. 102 is aangegeven.
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
fig. 101
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 102
140
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto
op en demonteer het noodreservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het reservewiel schoon zijn en
geen onzuiverheden bevatten, omdat hierdoor
na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒ monteer het normale wiel door de 4 wielbouten in
de gaten te plaatsen;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten
vast;
❒ monteer het geklemde wieldeksel, waarbij de
inkeping (op het wieldeksel) moet samenvallen met
het ventiel;
❒ laat de auto zakken en verwijder de krik;
F0S0130
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten
kruiselings vast, in de volgorde die eerder is
afgebeeld.
F0S0131