AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING
WEGWIJS IN UW
(indien aanwezig)
AUTO
De extra verwarming schakelt automatisch in
afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en bij
draaiende motor wanneer de
koelvloeistoftemperatuur laag is.
VEILIGHEID
De extra verwarming schakelt automatisch uit nadat
de gewenste comfortsituatie in het interieur is
bereikt en wanneer de koelvloeistoftemperatuur
STARTEN EN RIJDEN
hoog is.
De automatische klimaatregeling fig. 29 regelt
automatisch afhankelijk van de door de gebruiker
ingestelde temperatuur:
LAMPJES EN
❒ de temperatuur van de lucht naar het interieur;
BERICHTEN
❒ de aanjagersnelheid (traploze regeling van de
luchtopbrengst);
❒ de luchtverdeling in het interieur;
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 29
34
❒ de in-/uitschakeling van de compressor (voor het
koelen/drogen van de lucht)
❒ de in-/uitschakeling van de recirculatie.
Deze functies kunnen handmatig worden gewijzigd;
d.w.z. dat u het systeem kunt regelen door naar
wens een of meer functies te selecteren. Als een
functie handmatig wordt ingesteld, blijven de andere
functies echter automatisch geregeld, ook al is het
lampje op de knop AUTO gedoofd.
BEDIENINGSORGANEN
Knop A fig. 29 AUTO - Automatische werking
airconditioning instellen
Als u knop AUTO indrukt en de gewenste
temperatuur instelt, regelt het systeem de
temperatuur, de luchtopbrengst en de luchtverdeling
in het interieur en schakelt zonodig de compressor
in.
Knop B fig. 29
uitschakelen
Als u op deze knop drukt als het lampje op de knop
brandt, wordt de compressor uitgeschakeld en
dooft het lampje.
Als de compressor is uitgeschakeld:
❒ wordt de luchtrecirculatie uitgeschakeld om het
eventuele beslaan van de ruiten te voorkomen;
F0S0024
- Compressor in-/