WAARSCHUWING
■
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
●
De SRS-voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht opgebla-
zen waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassagier
zich dicht bij de airbag bevindt. De passagiersstoel dient zo ver mogelijk van
de airbag af te zitten, met de rugleuning rechtop.
●
Kinderen die niet (goed) op de stoel zitten en/of geen gordel dragen of de gor-
del niet op de juiste manier dragen, kunnen letsel oplopen door een in werking
tredende airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit voor baby's of kleine kin-
deren. Gebruik hiervoor speciale baby- of kinderzitjes. Toyota beveelt ten zeer-
ste aan dat alle kinderen achterin plaatsnemen en de veiligheidsgordels altijd
op de juiste manier dragen. Achterin zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. (Blz. 85)
●
Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●
Laat een kind tijdens het rijden niet staan
of knielen op de passagiersstoel.
●
Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
●
Auto's met SRS-side airbags: Leun niet
tegen het voorportier.
●
Auto's met SRS-side en curtain airbags:
leun niet tegen het portier, de dakstijl of
de voor-, midden- of achterstijl.
1-7. Veiligheidsinformatie
79
1