2-1. Rijprocedures
OPMERKING
■
Tijdens het rijden
Auto's met Multi-Mode Transmissie
●
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in. Als
het rempedaal wordt ingetrapt tijdens het rijden met ingetrapt gaspedaal, kan
het aandrijfkoppel afnemen.
●
Gebruik het gaspedaal of de wegrijhulp niet om de auto op een helling stil te
laten staan.
Hierdoor kan de koppeling beschadigd raken.
Auto's met handgeschakelde transmissie
●
Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in. Als
het rempedaal wordt ingetrapt tijdens het rijden met ingetrapt gaspedaal, kan
het aandrijfkoppel afnemen.
●
Schakel alleen een andere versnelling in als het koppelingspedaal helemaal is
ingetrapt. Laat na het schakelen het koppelingspedaal geleidelijk opkomen.
Anders kunnen de koppeling en versnellingsbak beschadigd raken.
●
Let op het volgende om te voorkomen dat de koppeling beschadigd raakt.
• Laat uw voet onder het rijden niet op het koppelingspedaal rusten omdat
een dergelijke gewoonte onnodige slijtage van de koppeling tot gevolg
heeft.
• Gebruik voor het wegrijden alleen de 1e versnelling.
Anders kan de koppeling beschadigd raken.
• Gebruik de koppeling niet om de auto op een helling stil te laten staan.
Hierdoor kan de koppeling beschadigd raken.
●
Zet de selectiehendel niet in stand R terwijl de auto nog rijdt. Anders kunnen
de koppeling en versnellingsbak beschadigd raken.
■
Voorkom schade aan onderdelen van de auto
●
Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Hierdoor kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
●
Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan de
wielen, de onderzijde van de auto, enz. te voorkomen.
118