5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Waarschu-
wingslampje
Volg de correctieprocedures.
Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om het
probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan.
Waarschu-
wingslampje
306
Waarschuwingslampje/details
Waarschuwingslampje VSC (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem; of
• Het TRC-systeem.
Waarschuwingslampje/details
Waarschuwingslampje
(waarschuwingszoemer)
laag brandstofniveau
Knippert: Geeft aan dat er
nog hooguit ongeveer 5,25
liter brandstof in de tank zit.
Knippert snel: Geeft aan dat
er nog hooguit ongeveer 3,5
liter brandstof in de tank zit.
Controlelampje (waar-
schuwingszoemer)
bestuurdersgordel
Waarschuwt de bestuurder
om zijn/haar veiligheidsgor-
del om te doen.
Controlelampje (waar-
schuwingszoemer) voor-
*
passagiersgordel
(indien aanwezig)
Waarschuwt de voorpassa-
gier om de veiligheidsgor-
del om te doen.
Correctieprocedure
Vul de brandstoftank.
*
1,
*
2
Doe de veiligheidsgordel om.
2
Doe de veiligheidsgordel om.