WAARSCHUWING
■
Als de auto geparkeerd is
●
Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikjes frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ont-
staan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen
en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt; bovendien kan de vloeistof kortsluiting in elektrische compo-
nenten in de auto veroorzaken.
●
Laat geen aanstekers achter in de auto. Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afgesteld en brand veroorzaken.
●
Plak geen parkeerschijven op de voorruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●
Laat geen portier of ruit open als het gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalliseerde film, bijvoorbeeld een zilverkleurige
folie. Weerkaatst zonlicht kan van het glas een lens maken en brand veroorza-
ken.
●
Activeer bij auto's met een Multi-Mode Transmissie altijd de parkeerrem, zet
de selectiehendel in stand E, M of R, schakel de motor uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met draaiende motor.
●
Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor draait en ook niet net na het uitzetten
van de motor.
De uitlaat is heet waardoor u zich kunt branden.
●
Laat de motor niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de uit-
laatgassen zou kunnen hinderen. Als zich sneeuwbanken rond de auto heb-
ben gevormd terwijl de motor draait, kan uitlaatgas in de auto binnendringen.
Deze uitlaatgassen kunnen een koolmonoxidevergiftiging veroorzaken en
mogelijk de dood tot gevolg hebben.
2-1. Rijprocedures
2
115