2-3. Bedienen van de verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig worden bediend.
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
Inschakelen van het grootlicht
138
De
parkeerlichten
voor,
achterlichten,
kentekenplaat-
dashboardverlichting
gaan branden.
De koplampen en alle
verlichting die hierbo-
ven genoemd is, gaan
branden.
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de
koplampen in- of uitgeschakeld.
en