■
Aanbrengen van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwijde-
ren van sneeuwkettingen:
●
Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
●
Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen. Gebruik geen
sneeuwkettingen om de achterwielen.
●
Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de
sneeuwkettingen na 0,5 1,0 km opnieuw vast.
●
Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
●
Verwijder de eventueel aanwezige wieldoppen voordat u de sneeuwkettingen
monteert, om beschadigingen te voorkomen. (Blz. 311)
WAARSCHUWING
■
Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●
Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
●
Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
●
Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterbanden.
●
Monteer winterbanden op alle wielen.
●
Gebruik geen banden met verschillende slijtagepatronen.
2-5. Rijinformatie
2
155