Gevaar voor oververhitting
5
ATTENTIE
96
Langere tijd laten draaien
van de motor bij stilstand.
Oververhitting vanwege onvol-
doende koeling. In extreme ge-
vallen kan de motorfiets in brand
vliegen.
z
De motor niet onnodig statio-
nair laten draaien.
Na het starten direct
wegrijden.
Manipulaties
ATTENTIE
Wijzigingen van de motor-
fiets (bijv. motorregeleen-
heid, gaskleppen, koppeling).
Beschadiging van de betroffen
onderdelen, uitvallen veiligheids-
relevante functies. Bij schades
die door wijzigingen veroorzaakt
zijn, vervalt de garantie.
Geen manipulaties uitvoeren.
Controlelijst in acht
nemen
De volgende controlelijst ge-
bruiken om uw motorfiets re-
gelmatig te controleren.
Voor het begin van elke rit:
Werking van het remsysteem
Werking van de verlichting en
signalering
Werking koppeling controleren
(
128).
Bandenprofieldiepte controle-
ren (
128).
Veilige bevestiging van de kof-
fer en bagage
Bij iedere derde tankstop:
zonder Dynamic ESA
Veervoorspanning achterwiel
instellen (
71).
zonder Dynamic ESA
Demping achterwiel instellen
(
73).
met Dynamic ESA
Rijwielgedeelte instellen
(
74).
Motoroliepeil controleren
(
121).
Remblokdikte vooraan controle-
ren (
122).
Remblokdikte achter controle-
ren (
123).
Remvloeistofpeil, voor, contro-
leren (
Remvloeistofpeil, achter, con-
troleren (
Koelvloeistofpeil controleren
(
126).
SU
Starten
Motor starten
Contact inschakelen.
SU
SU
124).
125).