het parkeerlicht wordt inge-
4
schakeld.
Contact in- en weer uitschake-
64
len om het parkeerlicht uit te
schakelen.
LED-verstralers bedienen
met extra led-verstralers
LET OP
z
De verstralers zijn als mistlampen
toegelaten en mogen alleen bij
slechte weersomstandigheden
worden gebruikt. Het landspeci-
fieke wegenverkeersreglement in
acht nemen.
OA
Toets 1 bedienen om de LED-
verstralers in te schakelen.
Het controlelampje brandt.
Wordt dit waarschuwings-
signaal weergegeven, dan
is de boordnetspanning laag. Zo
nodig werd de extra verstralers
tijdelijk uitgeschakeld.
Toets 1 opnieuw bedienen,
om de LED-verstralers uit te
schakelen.
Dagrijlicht
met dagrijlicht
SU
Handmatig dagrijlicht
Voorwaarde: automatisch dagrij-
licht is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Inschakelen van het dagrij-
licht in het donker.
Slechter zicht en verblinden van
tegenliggers.
Dagrijlicht niet in het donker
gebruiken.
LET OP
Het dagrijlicht kan in vergelijking
met het dimlicht beter worden
waargenomen door het tege-
moetkomend verkeer. Daar-
door verbetert de zichtbaarheid
overdag.
Motor starten (
96).