Reinig kunststofdelen
5
onmiddellijk na contact met
brandstof.
104
De motorfiets op de midden-
bok plaatsen en erop letten dat
de ondergrond vlak en stevig
is.
z
Tankdopklep 2 openklappen.
De tankdop met de contact-
sleutel 1 ontgrendelen en op-
klappen.
De tank slechts tot aan de on-
derzijde van de vulpijp vullen.
LET OP
Als wordt getankt nadat het peil
onder de reservehoeveelheid
is gedaald, moet de hoeveel-
heid brandstof na het tanken
groter zijn dan de reservehoe-
veelheid om het nieuwe peil te
kunnen herkennen en het brand-
stofwaarschuwingslampje uit te
schakelen.
LET OP
De in de technische gegevens
aangegeven "Nuttige tankin-
houd" is de hoeveelheid brand-
stof waarmee de tank kan wor-
den gevuld wanneer de tank
leeggereden is, dus wanneer de
motor door brandstofgebrek is
gestopt.
Nuttige tankinhoud
Circa. 25 l
Reservehoeveelheid
Circa. 4 l
Tankdop krachtig aandrukken
en sluiten.
Sleutel verwijderen en klepje
sluiten.