Fase 2:
Controle van de voor diagnose
geschikte systeemcomponen-
ten tijdens het rijden.
knippert langzaam.
ASC-zelfdiagnose beëindigd
Het ASC-waarschuwingslampje
dooft.
Opletten of alle
waarschuwings- en controle-
lampen worden weergegeven.
ASC-zelfdiagnose niet
voltooid
De ASC is niet beschikbaar,
omdat de zelfdiagnose niet is
afgesloten. (Voor de controle
van de wielsensoren moet de
motorfiets een minimumsnel-
heid bereiken min 5 km/h)
Indien na het afsluiten van de
ASC-zelfdiagnose een ASC-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ASC-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Inrijden
Motor
Tot de eerste inrijcontrole veel-
vuldig met wisselende belasting
en toerentallen rijden, langdurig
rijden met constante toerental-
len vermijden.
Kies indien mogelijk bochtige
en licht geaccidenteerde we-
gen, bij voorkeur geen auto-
snelwegen.
Inrijtoerentallen in acht nemen.
Inrijtoerentallen
-1
<5000 min
(Kilometerstand
0...1000 km)
Geen vollast (Kilometerstand
0...1000 km)
Uitvoering van de eerste
inrijcontrole
500...1200 km
Remblokken
Nieuwe remblokken moeten wor-
den ingereden, voordat deze hun
optimale remvertraging bereiken.
De iets geringere remwerking kan
worden gecompenseerd door de
remhendel/het rempedaal krachti-
ger te bedienen.
WAARSCHUWING
Nieuwe remblokken.
5
99
z