fig. 20
PROCEDURE VOOR HET
VERVANGEN VAN DE
SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen
van de spuitbus:
❒ maak de koppeling B-fig. 20 los;
❒ draai de te vervangen spuitbus linksom
en trek de spuitbus omhoog;
❒ plaats de nieuwe spuitbus en draai de
spuitbus rechtsom;
❒ sluit de koppeling B aan op de spuit-
bus en plaats de doorzichtige vulbuis A
in het daarvoor bestemde vak.
GLOEILAMP
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒ Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet doorge-
brand is, voordat u de lamp vervangt:
zie voor de plaats van de zekeringen
F0L0398m
de paragraaf "Zekeringen vervangen"
in dit hoofdstuk;
❒ controleer voordat u een lamp ver-
vangt of de contacten niet zijn geoxi-
deerd;
❒ vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en ver-
mogen;
❒ als u een gloeilamp in de koplamp hebt
vervangen, controleer dan om veilig-
heidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is.
Halogeenlampen mag u uit-
sluitend aanraken op het me-
talen gedeelte. Als u de bol
met uw vingers aanraakt, zal
de lichtopbrengst van de lamp terug-
lopen en kan ook de levensduur be-
perkt worden. Als u de bol per onge-
luk toch hebt aangeraakt, moet u de
bol schoonwrijven met een doekje met
alcohol en daarna laten drogen.
ATTENTIE
Modificaties of reparaties
aan de elektrische installatie
die niet correct worden uitgevoerd en
waarbij geen rekening wordt gehou-
den met de technische specificaties
van het systeem, kunnen storingen in
de werking en zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
169