ALGEMENE OPMERKINGEN
1) De frontairbags en/of zij-airbags voor
(indien aanwezig) kunnen ook worden ge-
activeerd bij krachtige stoten aan de on-
derzijde van de carrosserie, bijvoorbeeld
bij zware botsingen tegen drempels of
stoepranden of obstakels op het wegdek
of als de auto terecht komt in grote ga-
ten of verzakkingen in het wegdek.
2) Als de airbag in werking treedt, ont-
snapt een beetje rook. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op brand; boven-
dien kan het oppervlak van het opgebla-
zen kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder: dit poe-
der kan de huid en de ogen irriteren. Als
u hiermee in aanraking bent gekomen,
moet u zich met neutrale zeep en water
wassen.
124
3) Na een ongeval waarbij een of meer-
dere veiligheidssystemen zijn geactiveerd,
dient u contact op te nemen met de Fiat-
dealer om de geactiveerde systemen te la-
ten vervangen en de werking van het sys-
teem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en de vervanging van de airbag moeten
door de Fiat-dealer worden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur van
uw auto, moet u contact opnemen met de
Fiat-dealer om het systeem buiten wer-
king te laten stellen, bovendien moet bij
verkoop van de auto de nieuwe eigenaar
op de hoogte gesteld worden van het ge-
bruik en de instructies, en moet hij het in-
structieboekje ontvangen.
4) Het in werking treden van de gordel-
spanners, de frontairbags en de zij-airbags
voor wordt door de elektronische regel-
eenheid bepaald, afhankelijk van het type
ongeval. Als een van deze onderdelen niet
in werking treedt, dan duidt dat niet op
een storing in het systeem.