6.8
Status- en foutmeldingen
100
Wanneer er een fout optreedt, gaat het waarschuwingslampje (108) van het desbe-
A
treffende balkdeel branden en werkt de regelaar volgens het noodprogramma.
Bovendien klinkt er een waarschuwingssignaal. Het waarschuwingssignaal wordt be-
vestigd met de min-toets (103).
Na het indrukken van de Enter-toets toont de display (5) een foutcode.
Wanneer met toets (100) een verwarmingssectie met een storing wordt geselecteerd,
A
volgt de weergave ---°C.
Wanneer er meer storingen zijn, worden de storingen roulerend weergegeven door
het indrukken van de Enter-toets (104).
108
107
103
104
D 45