3.5
Gasflessen vervangen
- Controleren of de snelsluitkleppen en
beide fleskleppen (21) zijn gesloten.
- Gasslangen afschroeven.
- Afschermkappen van de fleskleppen
op de gasflessen schroeven.
- Drukregelaar op de houder schroe-
ven.
Volle en niet geheel lege gasflessen
f
staan onder druk.
Daarom moet men ervoor zorgen dat
gasflessen met verwijderde klepaf-
schermkappen niet worden blootgesteld
aan harde klappen (vooral de kleppen
en de omgeving van de kleppen)!
- Nieuwe gasflessen aansluiten (zie paragraaf „Aansluiting en dichtheidscontrole").
D 14
Gasflas.tif
21