2.2 Stabilisatie-elementen instellen - conventionele uitvoering
Stamper instellen
De stamperfunctie wordt in- en uitge-
schakeld met schakelaar (4) op het be-
dieningspaneel van de machine (zie de
gebruiksaanwijzing van de machine).
De stamperfrequentie (aantal slagen per
minuut) wordt ingesteld met de draaire-
gelaar (6).
Instelbereik:
-1
1560 min
=
26 slagen per seconde
Vibratie instellen
De vibratiefunctie wordt in- en uitge-
schakeld met schakelaar (5) op het be-
dieningspaneel van de machine (zie de
gebruiksaanwijzing van de machine).
De vibratiefrequentie (aantal trillingen
per minuut) wordt ingesteld met de
draairegelaar (7).
Instelbereik:
-1
3480 min
=
58 slagen per seconde
5
6
7
4
6
D 7