Omschakelen van transport in werkstand
Veiligheidsaanwijzing!
Het omschakelen van werk- in transportstand en
omgekeerd, alleen op een effen, vaste ondergrond
uitvoeren.
Attentie! Bij het omschakelen in de werkstand niet binnen het
zwenkbereik van het maaielement komen. Er mogen zich geen
personen tussen de trekker en het maaielement bevinden.
Het omzetten van transport- in werkstand
1. Op een horizontale vlakte de maaibalk tot dicht bij de grond laten
zakken.
2. Maaibalk van buiten pakken en door aan de
kabel (S) trekken de vergrendeling lossen.
3. Maaibalk naar werkstand (A) omzwenken.
4. De stang (4a) inhangen en met borgpen beveiligen.
5. Grendel (1) openklappen (pos. A).
De vergrandeling moet tijdens het maaien altijd in deze positie
staan.
A
1
9600-NL INBETRIEBNAHME_334
B
3
TD28/93/10
IN GEBRUIK NEMEN
IN GEBRUIK NEMEN
Belangrijke opmerkingen voor het in gebruik
Instelling van de trekkerhydrauliek
• De hefinrichting van de trekker zo instellen, dat bout (3) ongeveer
in het midden van het langgat zit. Hierdoor kunnen de maaitrommels
bij het maaien de bodemoneffenheden volgen.
15
TD28/93/2
• Het aanbouwraam (2) moet hierbij horizontaal staan.
- Snijhoogte instellen door het verstellen van de topstangspindel
(16).
- De hefarmen zo vastzetten, dat de machine niet zijwaarts
uitzwenken kan.
- 8 -
nemen
2
16
TD25/90/8
NL