Aankoppelen
1. Aanwijzingen voor veilig werken zie aanhangsel-A.
2. Steunpoot uittreken en machine op gelijkmatige
ondergrond wegzetten.
3. Machine in de driepuntsophanging van de trekker aankoppelen.
4. Steunpoot terugschuiven en vastzetten.
5. De hefstangen begrenzen om zijdelingse speling te voorkomen.
6. Voor het eerste gebruik lengte van de aftakas controleren en
eventueel aanpassen. (Zie ook hoofdstuk „Kruiskoppelingsas
aanpassen" in aanhangsel B).
Transport over de openbare weg
• Leef de wettelijke bepalingen na.
• De rit op de openbare weg, mag alleen plaats vinden, wanneer alle
voorzorgsmaatregelen, zoals beschreven in het hoofdstuk
"transportstand", genomen zijn.
• De hefarmen vastzetten, zodat de machine niet zijwaarts kan
zwenken.
• De kraan aan de hydraulische cilinder (optie) moet in de stand
"gesloten" staan.
9600-NL ANBAU_334
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER
Atentie bij het omzetten in transportstand
• Blief buiten het zwenkbereik van het maaielement.
• Er mogen zich geen personen bevinden tussen de trekker en
de machine.
• Voor de omschakelen wachten tot de trommels still staan.
Het omzetten in transportstand (T1)
1. Op een horizontale vlak de maaibalk tot dicht bij de grond laten
zakken.
2. Strip vrij koppelen (4a).
3. Maaibalk van buiten pakken en zo ver naar achteren zwenken tot
de
haak
(13)
vasthaakt.
Controleer
transportvergrendeling (13) in orde is.
4. Vergrendeling (1) in stand
"B" zetten.
- 7 -
Transportstand
voor
iedere
A
B
1
NL
rit
of
de
TD28/93/7