Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Systeemparameters Schema 2 - Riello TAU Unit 35 Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten

En de technische klantenservice
Verberg thumbnails Zie ook voor TAU Unit 35:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3.6

Systeemparameters Schema 2

9
Zie hoofdstuk "Inbedrijfstelling en onderhoud" voor een
gedetailleerde beschrijving van de werking van de parame-
ters
MANAGING
Functies:
− Leest de systeemsensor (SS)
− Bedient de tweewegsklep (V1) van de verwarmingsgroep
− Bedient de systeemcirculatiepomp (PS)
− Bedient de warm-watercirculatiepomp (PB) als alterna-
tief voor de magneetklep LPG (VLPG)
− Leest de boilersensor (SB)
− Bestuurt via bus de besturing van de zonebesurings-
inrichting (ZM) van de gemengde zone 2. Er kunnen tot
max. 16 inrichtingen bestuurd worden.
Configuratie parameters programmeerbare uitgangen en in-
gangen (*)
(Als Par. 97 = 21-22-23-24-25 - Stand alone-configuratie)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
3 = Circulatiepomp SWW
125 Uitg. Prog. 1
187 Uitg. Prog. 5
Systeemcirculatiepomp
1 = Hoofdcirculatiepomp
128 Uitg. Prog. 4
122 Progr. ing. 7
3 = Systeemsensor (SS)
188 Progr. ing. 9
1 = SWW-sensor (SB)
(*)
Het is verboden de fabrieksinstelling van parameter 97
te wijzigen
(**)
Als alternatief voor het elektromagnetisch gasventiel
voor VLPG-brandstof
Configuratie parameters voor kit INAIL (***)
Par.
Beschrijving
Parameterinstelling
Nr.
123 Progr. ing. 8
2 = Drukregelaar water
117
Progr. ing. 2
Verwarmingsstroommeter
(***)
Een kit INAIL is verplicht voor elke verwarmingsmodule
Klemmen Nr.
M02
16-17-18
(**)
4 =
M02
9-10-11
(PS)
M02
13-14-15
(V1)
M01
9-10
M01
13-14
Klemmen Nr.
M01
27-28
3 =
M01
21-22-23
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE
Configuratie hardware
S1 = OFF (niet gebruikt)
DIPSWITCH = 10000000
Configuratie parameters verwarmingsketel
Par.
Beschrijving
Nr.
73
Adres Ketel
147
Aantal eenheden
Aantal actieve sanitaire
184
modules
7
Hysterese Verw.
35
San. Mod.
135
Type modulerende pomp
Min. verm. modulerende
136
pomp
140
Min. Verm.
Configuratie cascadeparameters
Par.
Beschrijving
Nr.
148
Cascademodus
152
Min. Vermogen Mod. 2
153
Hyst. Vermogen Mod. 2
84
Interval Rotatie
74
Setpoint noodmodus
91
Parameterinstelling
- Managing (als de
cascadesensor SC wordt
gebruikt)
- Stand-Alone (als de
cascadesensor SC niet
wordt gebruikt)
Stel het totale aantal
eenheden in cascade in
(van 2 tot 8)
0...8 (Aantal actieve
modules voor de productie
van SWW)
7°C
Kies uit:
1 = Boiler met sonde
2 = Boiler met thermostaat
2 = Grundfos (afhankelijk
van de behoeften)
Fixed 90% (afhankelijk van
de behoeften)
5 l/min
Parameterinstelling
Kies uit:
2 = Max. aantal branders
3 = Min. aantal branders
4%
40%
5 dagen
50 (afhankelijk van de
behoeften)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

20145133

Inhoudsopgave