Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hydraulische Installatie En Configuratie Verwarmingsgroepen In Cascade; Schema 1 - Riello TAU Unit 35 Aanwijzingen Voor Installatie En Aansluiten

En de technische klantenservice
Verberg thumbnails Zie ook voor TAU Unit 35:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3

Hydraulische installatie en configuratie verwarmingsgroepen in cascade

4.3.1

Schema 1

Verwarmingsgroepen in cascade met individuele circulatiepomp voor elke verwarmingsgroep en systeem- en cascadesensor.
Besturing van een warm watercircuit, een circuit van twee rechtstreekse zones en een gemengde zone met elektronische zonebe-
sturingsinrichting (ZM).
DEP. 2-8
DEP. 1
BUS
7
2
PC
PC
VLPG (*)
VLPG (*)
1
Afsluiter
2
Terugslagklep
3
Drukverminderingsklep
4
Onthardingsfilter
5
Veiligheidsventiel
6
Aflaat
7
Kit INAIL
8
Expansievat
9
Automatisch ontluchtingsventiel
10
Scheider
11
Boiler
EAF
Ingang koud sanitair water
UAC
Uitgang warm sanitair water
PC
Circulator thermische eenheid
PI
Circulatiepomp installatie (zone hoge temperatuur)
P2
Circulatiepomp zone 2 (hoge temperatuur)
PB
Sanitaire circulatiepomp
PR
Circulatiepomp hercirculatie sanitair water (niet
(*)
Als alternatief voor de circulatiepomp voor installatie PI kunt u een gasmagneetklep voor LPG-brandstof controleren
9
Installeer verwarmingsgroepen met een gelijkaardig vermogen om het maximum te halen uit de prestaties van het casca-
de-systeem.
9
Het sanitaire circuit en het verwarmingscircuit moeten worden aangevuld met expansievaten met een gepaste capaciteit en
geschikte veiligheidsventielen met de juiste afmetingen. De afvoer van de veiligheidsventielen en de apparaten moet aange-
sloten worden op een geschikt opvang- en afvoersysteem (zie de catalogus voor combineerbare accessoires).
9
De installateur is beroepshalve belast met de keuze en installatie van de componenten van het systeem; hij moet handelen
volgens de regels der techniek en in overeenstemming met de geldende Wetgeving.
9
Bijzonder toevoer-/bijvulwater moet worden behandeld met gepaste behandelingssystemen.
0
Het is verboden om de thermische module en de circulatiepompen zonder water in werking te stellen.
SE
MANAGING
BUS
9
1
7
7
SS
2
2
PC
10
8
VLPG (*)
6
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE
P2 2
1
1
PI (*)
1
ZM
V3
P3
1
2
PB
5
9
1
6
SC
6
1
8
1
EAF
1 3
4
beheerd)
SE
Externe sonde
SS
Systeemsensor
SC
Sensor secundair circuit
SB/TB Sonde/thermostaat boiler
S2
Sonde zone 2
ZM
Elektronische inrichting voor het zonebeheer
(accessoire)
P3
Circulatiepomp zone 3 (lage temperatuur)
V3
Mengventiel zone 3
S3
Sonde zone 3
TA
Thermostaat ruimte
OT
Interface Open Therm
VLPG Brandstofkraan LPG (*)
CR
Afstandsbediening (accessoire)
77
TA/OT
1
S2
TA/OT
1
2
9
TA
2
1
S3
1
SB/TB
11
1
1
1
UAC
1
PR
2
1
6
5
6
1
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

20145133

Inhoudsopgave