Inhoudsopgave
Advertenties
8
EXPERT-FUNCTIES
8.5
Meetwaarde-beïnvloeding
8.5.1
Demping instellen (vorming van voortschrijdend gemiddelde)
88
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | S700
Functie
De S700 actualiseert de meetwaardeweergaven en -outputs in een interval van ongeveer
0,5 tot 20 seconden. Dientengevolge kunnen er effecten optreden die bij sommige toepas-
singen mogelijkerwijs storen:
– Als u een gasconcentratie snel wijzigt, ontstaan er "sprongen" tussen de afzonderlijke
meetwaarden.
– Als de daadwerkelijke gasconcentratie voortdurend rond een gemiddelde schommelt,
ontstaan er steeds uiteenlopende meetwaarden. Maar misschien is echter alleen de
gemiddelde waarde relevant.
U kunt dergelijke effecten reduceren door een "demping" in te stellen. De S700 geeft dan
geen momentele meetwaarden weer, maar gemiddelden van de momentele meetwaarde
en de vorige meetwaarden (vorming van voortschrijdend gemiddelde).
U kunt de demping voor elke meetcomponet individueel instellen, bijv. om de instelling
●
voor elke analysatormodule afzonderlijk te optimaliseren.
De demping heeft effect op de displayweergaven en de meetwaarde-uitgangen.
●
De demping is ook tijdens de kalibraties actief.
●
Als u de demping vergroot, wordt de reactietijd (90%-tijd) van het gasanalysesysteem
●
waarschijnlijk groter.
Als u de demping verkleint, kan het "ruisen" van het meetsignaal (meetonrust) groter
●
worden.
De reactietijd van een gasanalysator is ook afhankelijk van gastechnische omstan-
●
digheden (lengte van de meetgastoevoerleiding, volume van ervoor geplaatste filters,
enz.) en kan niet willekeurig worden gereduceerd.
Met de "dynamische demping" kunt u meetwaardeschommelingen compenseren zon-
der de reactietijd aanzienlijk te vergroten
Instelling
VOORZICHTIG: risico voor aangesloten apparaten/systemen
Als de
demping
meetwaarden in één keer plotseling veranderen.
▸
Zorg ervoor dat deze situatie geen problemen kan veroorzaken bij aangesloten pun-
ten.
Roep menu 624 op (
1
main menu
Selecteer de meetcomponent, waarvoor de instelling moet gaan gelden.
2
Stel de gewenste tijdconstante in.
3
VOORZICHTIG: risico van een verkeerde kalibratie
Het kalibratiemeetinterval moet minstens 150 ... 200% van de ingestelde demping-tijd-
constante bedragen.
▸
Als de demping nieuw is ingesteld of vergroot is: controleer of het kalibratiemeetin-
terval moet worden aangepast
(zie "Dynamische demping instellen", blz.
tijdens de meetmodus wordt gewijzigd, kan het gebeuren dat de
→
settings
(zie "Kalibratiemeetinterval instellen", blz.
→
→
measurement
damping
8018015/AE00/V3-0/2019-10 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
89).
).
139).
Advertenties
Inhoudsopgave
