2%).)').'
Reinig de motorfiets regelmatig als hij in
bepaalde gebieden of onder bijzondere
omstandigheden wordt gebruikt, namelijk:
– In vervuilde gebieden (steden en industrie-
zones).
– In gebieden gekenmerkt door een hoog
percentage zout en vocht (zeegebieden,
hete en vochtige klimaten).
– In speciale omstandigheden (gebruik van
zout en chemische producten tegen ijsvor-
ming op de wegen in de winter).
– Laat geen resten van industriële en vervui-
lende poeders, teervlekken, dode insecten,
vogeluitwerpselen, enz. op de carrosserie
zitten.
– Parkeer de motorfiets niet onder een boom,
aangezien in sommige seizoenen bepaalde
stoffen, hars, fruit of bladeren uit de bomen
kunnen vallen, die bestanddelen bevatten
die de lak mogelijk aantasten.
a
Na het reinigen van de motor-
fiets, is het mogelijk dat de wer-
king van de remmen tijdelijk te
wensen overlaat omwille van de aanwe-
zigheid van water op de greepopper-
vlakken.
Bijgevolg moet u, om ongevallen te ver-
mijden, er rekening mee houden dat de
remafstanden langer kunnen zijn.
Rem veelvuldig om dit euvel zo snel
mogelijk te verhelpen.
Voer de controles vooraf uit, zie pag. 49
(CONTROLES VOORAF).
82
gebruik en onderhoud RS 250
Voor het verwijderen van vuil en modder
van de gelakte delen moet u een lagedruk-
waterspuit gebruiken; maak de vuile delen
goed nat, veeg modder en vuil weg met
een zachte autospons die in een oplossing
van water en shampoo is gedrenkt (2 ÷ 4%
shampoo in water).
Vervolgens de delen afspoelen met veel
water en afdrogen met een zeemlap.
Voor het reinigen van de buitenkant van de
motor moet u een ontvettingsmiddel,
kwastjes en stoflappen gebruiken.
Poets de motorfiets pas op met siliconen-
was nadat hij zorgvuldig is gereinigd.
Doe na het reinigen van de motorfiets
steeds het volgende:
Knijp de uitstoter (1) samen met twee
vingers, om onzuiverheden of water die
zich mogelijk in het luchtfilterhuis hebben
opgehoopt af te voeren.
a
Gebruik voor het reinigen van de
koplampen een spons gedrenkt
in een oplossing van een neutraal
reinigingsmiddel en water. Poets de op-
pervlakken zachtjes en spoel veelvuldig
af met veel water. Poets de motorfiets
pas op met siliconenwas nadat hij zorg-
vuldig is gereinigd. Maak dof geworden
lak nooit glanzend met polijstpasta. Rei-
nig de motorfiets niet in de zon, vooral
niet in de zomer, als de carrosserie nog
warm is, want als de shampoo opdroogt
voor hij wordt weggespoeld, kan hij de
lak aantasten. Gebruik geen of andere
vloeistoffen met een temperatuur van
1
40°C om de plastic onderdelen van de
motorfiets te reinigen.
a
Gebruik geen water- of lucht-
spuiten onder hoge druk en
evenmin stoom om de volgende
onderdelen te reinigen: wielnaven, be-
dieningselementen op de rechter- en de
linkerhelft van het stuur, lagers, rem-
pompen, instrumenten en controle-
lampjes, uitlaatdempers, handschoen-
/gereedschapssetkastje, contactscha-
kelaar/stuurslot, radiateurribben, brand-
stoftankdop, koplampen en elektrische
verbindingen. Reinig onderdelen van
rubber en kunststof en het zadel niet
met alcohol, benzine of oplosmiddelen,
maar gebruik uitsluitend water en een
neutrale zeep.
a
Breng geen beschermende was
aan op het zadel om te vermijden
dat het glibberig wordt.