6%26/%2
c
Voor u de motorfiets gaat ver-
voeren, moeten de brandstof-
tank en de carburateurs helemaal wor-
den geledigd, zie pag. 81 (LEDIGEN
VAN DE BRANDSTOFTANK), ervoor
zorgend dat beide volledig droog zijn.
Tijdens het vervoer moet de motorfiets
rechtop blijven staan om lekkage van
olie, koelvloeistof en accuvloeistof te
voorkomen, en moet hij stevig veran-
kerd zijn met de 1ste versnelling inge-
schakeld.
a
In geval van pech, het voertuig
niet slepen, maar laten opladen
op door een onderhoudsvoer-
tuig.
,%$)'%. 6!. $%
"2!.$34/&4!.+
Lees aandachtig pag. 29 (BRAND-
STOF).
a
Gevaar voor brand.
Wacht tot de motor en de uitlaat-
dempers volledig zijn afgekoeld.
Brandstofdampen zijn schadelijk voor
uw gezondheid. Controleer alvorens de
tank leeg te maken of de ruimte waarin
u werkt goed geventileerd is. Adem
geen brandstofdampen in. Rook niet en
gebruik geen open vlammen. Loos
brandstof niet in het milieu.
2
Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 46 (DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD ZETTEN).
Zet de motor af en wacht tot hij is afge-
koeld.
Neem een opvangbak met een capaciteit
die groter is dan de hoeveelheid brand-
stof aanwezig in de tank en plaats hem
op de grond aan de linkerzijde van de
motorfiets.
Maak de brandstoftank leeg met een
handpomp of een soortgelijk systeem.
Plaats voor het leegmaken van de vlot-
terkamers een opvangbak (1) onder het
vrije uiteinde van de leidingen (2).
c
De motorfiets is uitgerust met
twee carburateurs. Ledig beide
vlotterkamers.
1
Zet de ontluchter van de carburateur
open door de aftapschroef (3) los te
draaien.
Wanneer alle brandstof is weggestroomd:
a
Draai de aftapschroef (3) voor-
zichtig aan om brandstoflekkage
uit de carburateur tijdens het
vullen te voorkomen.
Neem zo nodig contact op met een offi-
ciële APRILIA-dealer.
3
81
gebruik en onderhoud RS 250