6%26%23%. 6!. $%
42!.3-)33)%/,)%
Lees aandachtig pag. 29 (TRANSMIS-
SIEOLIE) en pag. 47 (ONDERHOUD).
Controleer het transmissieoliepeil om de
4000 km (2500 mi), ververs de olie na de
eerste 1000 km (625 mi) en daarna telkens
om de 12000 km (7500 mi).
1
Ga voor het verversen van de olie als
volgt te werk:
Start de motor, zie pag. 40 (STARTEN) en
laat hem gedurende enkele minuten statio-
nair draaien, om de wegstroming van olie
tijdens het aftappen te vergemakkelijken.
c
Zet de motorfiets op een stevige
en effen ondergrond.
Zet de motor af en laat hem minstens
tien minuten afkoelen, zodat de olie naar
het carter kan terugstromen en afkoelen.
a
Wa nneer de moto r is o pge-
warmd, bevat hij hete olie; daar-
om moet u, om brandwonden te
vermijden, zeer voorzichtig zijn tijdens
het uitvoeren van de hierna beschreven
stappen.
Laat de motorfiets rechtop staan, met
beide wielen op de grond.
3
Plaats een maatbeker (1) met een in-
houd van minimum 700 cm# onder de af-
tapplug (2).
Draai de aftapplug (2) los en verwijder
ze.
Draai de vulplug (3) los en verwijder ze.
Laat de olie af en laat hem gedurende
enkele minuten in de maatbeker (1)
druppelen.
2
Verwijder de metaalresten van de mag-
neet van de aftapplug (2).
Schroef de aftapplug (2) in en draai ze
vast.
Aanhaalkoppel voor aftapplug (2):
27 Nm (2,7 kgm).
Giet ongeveer 700 cm# transmissieolie
door de vulopening (3), zie pag. 88
(SMEERMIDDELENTABEL).
Draai de vulplug (3) vast.
Start de motor, zie pag. 40 (STARTEN)
en laat hem gedurende ongeveer één
minuut stationair draaien, zodat het
transmissieoliecircuit zich kan vullen.
Controleer het oliepeil en vul zo nodig bij,
zie pag. 52 (CONTROLEREN VAN HET
TRANSMISSIEOLIEPEIL EN BIJVUL-
LEN).
53
gebruik en onderhoud RS 250