3
2
1
#/.42/,%2%. 6!. $%
:)*34!.$!!2$ %. $%
6%),)'(%)$33#(!+%,!!2
Lees aandachtig pag. 47 (ONDER-
HOUD) en pag. 76 (CONTROLEREN
VAN DE SCHAKELAARS).
De zijstandaard (1) moet zonder beletsel
kunnen draaien.
Voer de volgende controles uit:
De veren (2) mogen niet beschadigd,
versleten, verroest of zwak zijn.
De zijstandaard moet ongehinderd kun-
nen draaien; smeer zo nodig de gelei-
ding met vet in, zie pag. 88 (SMEER-
MIDDELENTABEL).
4
De zijstandaard (1) is voorzien van een
veiligheidsschakelaar (3) die dient om de
rotatie van de motor te beletten of te onder-
breken bij ingeschakelde versnelling en
met de zijstandaard (1) omlaag.
Ga als volgt te werk om te controleren of
de veiligheidsschakelaar (3) werkt zoals
het hoort:
Ga in rijhouding op de motorfiets zitten.
Klap de zijstandaard (1) uit.
Start de motor, zie pag. 40 (STARTEN).
Trek, met losgelaten gashendel (Pos. A)
en bij stationaire motor, de koppe-
lingshendel (4) volledig aan.
6
a
a
1
1
5
Schakel in eerste versnelling door de
schakelhendel (6) omlaag te duwen.
Laat de zijstandaard (1) zakken, zodat
de veiligheidsschakelaar (3) in werking
treedt.
Op dat moment moet de motor stoppen.
a
Wanneer de motor niet stopt,
neem dan contact op met een of-
ficiële APRILIA-dealer.
75
gebruik en onderhoud RS 250