#/.42/,%2%. 6!. (%4
42!.3-)33)%/,)%0%), %.
")*65,,%.
Lees aandachtig pag. 29 (TRANSMIS-
SIEOLIE) en pag. 47 (ONDERHOUD).
Controleer het transmissieoliepeil om de
4000 km (2500 mi), vervang de olie na de
eerste 1000 km (625 mi) en daarna telkens
om de 12000 km (7500 mi), zie pag. 53
(VERVERSEN VAN DE TRANSMISSIEO-
LIE).
52
gebruik en onderhoud RS 250
Ga als volgt te werk:
c
Zet de motorfiets op een stevige
en effen ondergrond.
Zet de motor af en laat hem minstens
tien minuten afkoelen, zodat de olie naar
het carter kan terugstromen en afkoelen.
Laat de motorfiets rechtop staan, met
beide wielen op de grond.
c
Als u nalaat bovenstaande stap-
pen uit te voeren, bestaat de
kans op een verkeerde meting van het
peil.
Houd een doek onder de niveauschroef
(1) om te vermijden dat de olie naar bui-
2
ten stroomt en op de uitlaatpijpen te-
rechtkomt.
Draai de niveauschroef (1) (kruiskop-
schroef) op de rechterzijde los en verwij-
der ze.
Met deze schroef kan u controleren of er
1
voldoende olie in het motorblock zit.
Controleer of de olie uit de opening (1)
stroomt, ook al is het maar langzaam; in-
dien dit niet het geval is, zit er onvol-
doende olie in het motorblock.
Giet in dit geval kleine hoeveelheden olie
door het vulgat, nadat eerst de plug (2) is
verwijderd.
Wacht ongeveer twee minuten om de
olie de tijd te geven gelijkmatig in het
oliecarter te stromen; herhaal de proce-
dure tot de olie uit de opening (1) begint
te stromen.
Draai de niveauschroef (1) vast.
Draai de vulplug (2) vast.