3
Laat de koppelingshendel (3) langzaam
los en geef tegelijk gas door zachtjes aan
de gashendel (2) te draaien (Pos. B).
De motorfiets zet zich in beweging.
a
Overschrijd nooit het aanbevo-
len toerental, zie pag. 45 (INRIJ-
DEN).
Verhoog de snelheid door zachtjes aan
de gashendel (2) te draaien (Pos. B),
zonder het aanbevolen toerental te over-
schrijden, zie pag. 45 (INRIJDEN).
Schakel als volgt de tweede versnelling in:
a
Ga snel te werk.
Rijd nooit met een te laag toeren-
tal.
Laat de gashendel (2) (Pos. A) los, trek
de koppelingshendel (3) aan en zet de
schakelhendel (4) omhoog. Laat de
koppelingshendel (3) los en versnel.
4
a
a
1
1
Herhaal de laatste twee handelingen en
schakel in hogere versnellingen.
a
Als het LED-waarschuwings-
j
lampje "
" van de oliereserve
oplicht terwijl de motor normaal
draait, betekent dit dat de oliereserve
wordt gebruikt; vul in dit geval onmid-
dellijk olie bij, zie pag. 33 (OLIERESER-
VOIR).
Terugschakelen moet gebeuren in de vol-
gende situaties:
Wanneer u een helling afrijdt of wanneer
u remt, om het remeffect te versterken
door de compressie van de motor.
Wanneer u een helling oprijdt, als de in-
geschakelde versnelling niet is aange-
past aan de snelheid (hoge versnelling,
gematigde snelheid) en het toerental van
de motor daalt.
a
a
6
6
a
a
5
5
a
a
4
4
a
a
3
3
a
a
2
2
4
a
Schakel de versnellingen één
voor één in; wanneer met meer
dan één versnelling tegelijk
wordt teruggeschakeld, is het mogelijk
dat het maximale toerental (wegrijsnel-
heid) wordt overschreden.
Laat vóór en tijdens het terugschakelen
de gashendel los.
Schakel als volgt terug:
Laat de gashendel (2) (Pos. A) los.
Trek zo nodig de remhendels geleidelijk
aan en vertraag de snelheid van de mo-
torfiets.
Trek de koppelingshendel (3) aan en
druk de schakelpedaal (4) omlaag om te-
rug te schakelen.
Laat de remhendels los indien u ze heeft
aangetrokken.
Laat de koppelingshendel los en versnel
geleidelijk.
gebruik en onderhoud RS 250
43