De kluitenruimers (Afb. 37/1) zorgen ervoor, dat
de zaaiaggregaten rustig over de grond lopen
op een perceel met grove oppervlaktestructuur.
De kluitenruimer mag niet te diep steken. De
kluitenruimer mag alleen de grove kluiten opzij
ruimen. Een volledige grondbeweging door de
kluitenruimer heeft nadelen bij het sluiten van
de zaaivoor.
Bij ongelijkmatige zaaidiepte de kluitenruimers
op de instelplaat een gat dieper instellen en de
zaaidiepte opnieuw controleren.
De kluitenruimers geheel bovenin vastzetten,
wanneer ze niet gebruikt worden.
De instelbare, voorlopende toestrijkers (Afb.
37/2) sluiten de zaaivoor. Zij zijn geschikt voor
zaaien na het ploegen.
De schijventoestrijkers (optie, Afb. 38/1) sluiten
de zaaivoren zijn geschikt voor mulchzaaien en
zaaien op geploegd land.
De nalopende rollen sluiten de zaaivoor en
drukken de grond aan.
De tuusenaandrukrollen (optie) worden gebruikt
bij het zaaien van kleine zaadsoorten.
De tussenaandrukrol (Afb. 39/1) drukt het zaad
aan. Vanwege het intensievere contact met de
ondergrond is meer vocht voor het ontkiemen
beschikbaar.
ED 02 BAH0023.0 03.14
Afb. 37
Afb. 38
Afb. 39
Opbouw en werking
57