5
Opbouw en werking
ED 02 BAH0023.0 03.14
Het volgende hoofdstuk geeft u informatie over de opbouw van de
machine en de werking van de afzonderlijke componenten.
Afb. 29
Precisiezaaimachines leggen de te zaaien korrels afzonderlijk op
gelijke afstand in de bodem. Voor iedere rij is er een zaaiaggregaat
met een eigen voorraadbak (Afb. 29/1) voor het zaaigoed.
Het zaad wordt tegen de gaten van de roterende zaaischijven
aangezogen. Een vacuümturbine (Afb. 29/2) zorgt voor de
noodzakelijke onderdruk. Op het laagste punt van de zaaischijf wordt
het vacuüm onderbroken en valt de korrel van de schijf (Afb. 29/3) in
de zaaivoor, die door het zaaikouter is getrokken.
Na het zaaien worden de korrels door de toestrijker (Afb. 29/4 en de
aandrukrollen (Afb. 29/5) gelijkmatig met grond bedekt en
aangedrukt.
De aandrijfwielen van de precisiezaaimachine drijven de
precisiezaaischijven aan. Het toerental van de zaaischijven wordt op
de instelbare aandrijfkast en op de secundaire aandrijving ingesteld.
Toerentalveranderingen van de aandrijving hebben
afstandsverandering van de korrels in de grond tot gevolg.
Afzonderlijke aggregaten kunnen elektronisch worden uitgeschakeld,
bijvoorbeeld met de boordcomputer AMASCAN
De vacuümturbine (Afb. 29/2) wordt met de aftakas of door een
hydromotor aangedreven.
Markeurs (Afb. 29/6) geven de aansluitrij aan vanuit het midden van
de tractor of vanuit het tractorspoor (behalve ED 302).
Voor bemesting in de grond (optie) zijn de precisiezaaimachine met
kunstmestkouters (Afb. 29/7) uitgerust, die de meststof meestal 6 cm
(instelbaar) naast de zaaikouters (Afb. 29/3) in de grond afleggen.
De aflegdiepte van de kunstmest is instelbaar. De kunstmest wordt in
de voorraadbak voor de kunstmest (Afb. 29/8) of in de fronttank
meegenomen.
Met de overlaadvijzel (Afb. 29/9, optie) worden de
kunstmestvoorraad-bakken eenvoudig gevuld.
Opbouw en werking
+
(optie).
53