•
Vervang de waterpompwaaier (doe dit vaker als er oververhitting optreedt of als er een lagere waterdruk
geconstateerd wordt).
•
Controleer de klepspeling en stel de kleppen zo nodig af.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG
•
Raadpleeg de opslagprocedure. Zie het hoofdstuk Opslag.
Doorspoelen van het koelsysteem
Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor door met zoet water na elk gebruik in zout,
vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat neerslag de inwendige waterkanalen verstopt.
BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door de
koelwaterkanalen te laten circuleren.
Draaiende schroeven kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot
uit het water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef
installeert of verwijdert en activeer de noodstopschakelaar om te voorkomen dat de motor start.
1.
Zet de buitenboordmotor in de bedrijfsstand (verticaal) of in een gekantelde stand.
2.
Verwijder de schroef. Zie Schroef vervangen.
3.
Schroef een waterslang in de achterste fitting. Open de waterkraan gedeeltelijk (maximaal 1/2). Open de
waterkraan niet helemaal, want hierdoor kan water onder hoge druk stromen.
BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller draaien dan met stationair toerental.
4.
Zet de versnelling in neutraal. Start de motor en spoel het koelsysteem ten minste vijf minuten door. Houd
het motortoerental op stationair.
5.
Zet de motor af. Draai de waterkraan dicht en verwijder de slang. Breng de schroef weer aan.
ONDERHOUD
1.
WAARSCHUWING
!
49
1.
28518