5.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
6.
Modellen zonder trimbekrachtiging - Zet de opklapvergrendelhendel in de vergrendelde stand.
7.
Plaats de gasgreep als volgt:
•
Koude motor (met carburatie) - Zet de gasgreep in de startstand.
•
Warme motor (met carburatie) - Zet de gasgreep in de stand halverwege.
•
Verzopen motor (met carburatie) - Zet de gasgreep in de stand halverwege.
NB: Na het starten van een koude motor (luchttemperatuur onder4°C (40°F) ), zet u de gasgreep geleidelijk
verder open totdat de motor is warmgelopen.
•
Koude motor (EFI) - Zet de gasgreep in de startstand.
•
Verzopen motor (EFI) - Zet de gasgreep in de stand halverwege.
a
0%100
ST
ART
a -
startstand
BEDIENING
b
START
N
28522
26839
0%100
START
b -
halfopen stand
42
START
19799