•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit, Neutraal (niet ingeschakeld) en
Achteruit.
•
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
•
Modellen met stuurknuppel - Verminder het motortoerental tot stationair alvorens te schakelen.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging in.
•
Nadat de buitenboordmotor is ingeschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gasgreep (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
Motor stoppen
1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar
neutraal. Draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
BEDIENING
N
F
R
F
R
N
28523
26779
26842
26843
44