Overdragen van data
De onderstaande codes kunnen ingegeven worden in een nulparameter, gevolgd door de rode toets te bedienen:
Code
Actie
2001
Schrijf de drive en optiemodule parameters afwijkend ten opzichte van fabrieksinstelling naar een bootable
SD-Card datablok op locatie 001
4yyy
Schrijf van de Commander C en optiemodule de verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering in de
SD-Card op locatie yyy. De <Prog> instructie in #0.030 is de equivalent van het getal 4001 in een
nulparameter.
5yyy
Schrijf het on-board PLC programma van de Commander C in de SD-Card op locatie yyy.
Een on-board PLC programma wordt niet gezamenlijk met de parameterset van de Commander C
geschreven en gelezen en zal dus separaat in de SD-Card geschreven moeten worden.
59999
Wis het on-board PLC programma.
Alleen mogelijk wanneer de drive niet actief is en programma niet runt. Zie #11.047.
6yyy
Lees datablok yyy van de SD-Card en schrijf dit in de EEPROM van de Commander C.
De code 6001 is gelijk aan #0.030 op <Read> te programmeren.
7yyy
Wis SD-Card datablok yyy
8yyy
Vergelijk de parameters in de Commander C met datablok yyy in de SD-Card.
De geselecteerde parameterset in de SD-Card wordt vergeleken met de inhoud van de EEPROM in de
Commander C. Indien er geen verschillen zijn, zal de code 8yyy in de nulparameter weer op 0 gezet worden
en indien er wel verschillen zijn, zal een <C.cPr> trip optreden.
9555
Vrijgave van alle waarschuwingen. Geen <C.OPt> en <C.rtg> trips, optiemodules en type afhankelijke
parameters worden niet overschreven.
9666
Onderdrukken van alle waarschuwingen
9777
Reset de read-only vlag in de SD-Card
9888
Activeer de read-only vlag in de SD-Card. Alleen de codes 6yyy en 9777 zijn mogelijk, elke andere actie
geeft een <C.rdo> trip.
9999
Wis de gehele SD-Card.
Verschil in Commander C voedingsspanning
Indien een C300 file overgedragen wordt naar een andere C300 drive, die afwijkend is van voedingsspanning, dan zullen
alle parameters geprogrammeerd worden, met uitzondering van de parameters uit onderstaande tabel. Deze parameters
blijven op hun febrieksprogrammering en na overdracht volgt er een <C.rtg> trip. Dit is geen trip maar een waarschuwing
die kan worden gereset. Raadpleeg ook de beschrijving van de macro file op de volgende pagina.
Parameter
Functie
2.008
Regeneratieve tussenkringspanning
4.005
Stroomgrens motorisch
4.006
Stroomgrens regeneratief
4.007
Stroomgrens symmetrisch
4.024
Scaling koppelwenswaarde en -meting
5.007
Nominale motorstroom
5.009
Nominale motorspanning
Verschil Open Loop en RFC-A mode
De keuze van Open Loop of RFC-A mode is opgenomen in de parameterfile en bij overdracht zal de Commander C in de
mode worden geprogrammeerd, zoals in de file is vastgelegd.
Verschil in nominaalstroom
Indien de nominaalstroom van de file en de Commander C300 verschillend zijn, zal overdracht plaatsvinden maar (indien
de file groter is dan de C300) zullen enkele parameters in de regelaar begrensd worden op hun maximum.
Verschil in optiemodule
Indien de moduulcode in #15.001 tussen de SD-Card file en de regelaar verschillend is, zullen alle parameters
geprogrammeerd worden, met uizondering van de parameters van de optiemodule. Deze parameters blijven op hun
febrieksprogrammering en na overdracht volgt er een <C.rtg> trip. Dit is geen trip maar een waarschuwing die kan worden
gereset.
Commander C300 Handleiding versie 1.2
SD-Card
Commander C300
Parameter
5.010
5.017
5.018
5.024
5.025
6.006
6.048
Functie
Motor Cos.φ
Motor Statorweerstand
Schakelfrequentie
Transiënte motorinductie
Statorinductie
Stroomniveau bij DC-injectie
DC-bus aanwezig detectieniveau
Pagina 80 van 195