Rotor Flux Control
RFC-A mode in de Commander C beschikt over de mogelijkheid om het encodersignaal te simuleren (virtuele encoder),
met als resultaat dat nagenoeg alle hieronder beschreven prestaties van closed loop flux vectorregeling bereikt kunnen
worden zonder encoder op de motor. Hoewel stilstandkoppel in RFC-A mode niet gegarandeerd kan worden, geeft de
RFC-A mode de motor een zeer stabiel, dynamisch, nauwkeurig en temperatuuronafhankelijke prestatie bij een
beschikbaar motorkoppel van 180%. Toepassen van de RFC-A mode is met name aan te bevelen in verband met stabiliteit
bij grote motoren met lage belasting en hoge massatraagheid toepassingen.
Closed Loop Flux Vectorregeling
In de Closed Loop Flux Vector mode is de motor uitgerust met een encoder die dienst doet als nauwkeurige motor
toerentalmeting. In de toerentalregelaar wordt de toerentalopdracht vergeleken met het motortoerental en resulteert in een
motorkoppelopdracht (T). Vanuit deze koppelopdracht T wordt de motorstroom en motorfrequentie berekend.
In de motorstroomberekening wordt de koppelmakende stroom vectorieel opgeteld bij de magnetiseringsstroom
(fluxstroom) van de motor. De daaruit voortkomende resultante gaat als opdracht naar de motorstroomregelaar. De
berekende motorstroom wordt dus in de motor geïnjecteerd.
In de slipberekening wordt de belastingafhankelijke slip van de motor berekend en bij het actuele toerental opgeteld, met
als resultaat dat het draaiveld in de motor met de exacte waarde overeenkomstig het motorkoppel voorijlt op de rotor.
Voor de stroom- en frequentieberekening is het wel noodzakelijk dat de correcte data van de motortypeplaat in de
Commander C ingevoerd worden. Het resultaat van de closed loop vectorregeling is een zeer dynamische en zeer
nauwkeurige motorregeling met 180% beschikbaar motorkoppel over het gehele toerentalgebied, ook bij stilstand.
Toerental
opdracht
Toerental
regelaar
Motor
typeplaat
RFC-A menu's
Bij overschakeling naar RFC-A mode wordt het regelprincipe fundamenteel gewijzigd en zo ook de menustructuur van de
Commander C. Menu 2 t/m 5 zijn verschillend ten opzichte van Open Loop en zijn op de volgende pagina's weergegeven
en beschreven. Alle overige menu's zijn gelijk aan het Open Loop werkingsprincipe en zijn om die reden niet weergegeven
op de volgende pagina's.
Activeren van de RFC-A mode
Omschakelen van Open Loop naar RFC-A mode is mogelijk vanuit menu 0 en is op de volgende pagina weergegeven.
Commander C300 Handleiding versie 1.2
RFC-A mode
Commander C300
(RFC-A mode zonder encoder op de motor)
Motorstroom
berekening
Koppel
T
Flux
T
Slipberekening
Toerental
Motorstroom
regelaar
+
N + slip
+
Motorstroom
Encoder
L1
L2
L3
Stroom
Inverter
Frequentie
Pagina 155 van 195