Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Remweerstand; Wanneer Een Remweerstand Toepassen; Bepaling Van Het Vermogen Van De Remweerstand; Constructie Van De Remweerstand - Nidec Control Techniques Commander C300 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer een remweerstand toepassen

Tijdens de deceleratie van een draaistroommotor en zijn last wordt een gedeelte van de opgeslagen kinetische energie
door de motor omgezet naar elektrische energie en teruggevoerd naar de frequentieregelaar. Indien een grote
massatraagheid in korte tijd decelereert, is de geleverde energie te veel om door de condensatoren in de DC-tussenkring
geabsorbeerd te worden. Hierbij zal het voltage in de tussenkring toenemen en dit kan resulteren in een Over Volts trip.
Deze regeneratieve energie kan gedissipeerd worden in remweerstanden, die aangestuurd worden door een remcircuit.
Dit circuit meet de tussenkringspanning om vast te stellen wanneer de interne remtransistor in werking moet treden.
L1
L1
N
L2
L3

Bepaling van het vermogen van de remweerstand

Het vermogen van de remweerstand wordt berekend aan de hand van de energie die geabsorbeerd moet worden, de
verhouding waarin de energie teruggeleverd wordt en de tijd tussen de remacties.
Kinetische energie van de motor en de aangedreven machine is:
Q = 0,5 * J * ω²
Bij een roterend object
Q = 0,5 * m * V²
Bij een lineair bewegend object
Q = energie in Joules
ω = radialen per seconde (2.π.n)
n = motorsnelheid in rpm
V = snelheid in m / sec
J
= totale massatraagheid (kgm²) van de motor en aangedreven machine, gemeten aan de motoras
m = massa van het object in kg
Uit het bovenstaande blijkt dat de energie proportioneel is met het kwadraat van de (hoek)snelheid en dat de meeste
energie zich daardoor concentreert bij hogere snelheden. Aangezien er heel veel variabelen zijn die het vermogen van de
remweerstand bepalen, is het niet mogelijk hiervoor een eenheidsberekening af te geven. Neem indien noodzakelijk
contact op met uw leverancier.

Constructie van de remweerstand

Weerstanden die bedoeld zijn voor remdoeleinden dienen een thermische schokbelasting aan te kunnen. Speciaal
daarvoor ontworpen weerstanden worden aanbevolen. Indien een weerstand overbelast wordt, kan door de hitte van de
weerstand een brandgevaarlijke situatie ontstaan. Het is daarom ook ten zeerste te adviseren een remweerstand uit te
rusten met een temperatuurschakelaar die bij het aanspreken bij voorkeur de voedende magneetschakelaar van de
Commander C afschakelt.

Waarde van de remweerstand

De weerstandswaarde in Ohms is bepalend voor het remkoppel dat de motor kan bewerkstelligen. Deze waarde is voor
elk type Commander C verschillend. Raadpleeg voor de juiste weerstandswaarde de specificatie van de afzonderlijke
Commander C bouwgrootten voorin deze handleiding of de tabel op de volgende pagina. De optimale weerstandswaarde
is de waarde waarbij 150% remkoppel behaald kan worden door de motor. De minimale weerstandswaarde wordt bepaald
door de remtransistor in de Commander C, een te kleine weerstandswaarde zal resulteren in een OI.Brake trip. Het heeft
de voorkeur te streven naar de optimale weerstandswaarde om koppelfluctuaties tijdens het remmen te voorkomen.

Beveiliging van de remweerstand

Gebruik de clixon (temperatuurschakelaar) van de weerstand om bij voorkeur de voeding van de Commander C uit te
schakelen. Bij compactweerstanden type DBR en DBR2 kan bij een extreme overbelasting de clixon te laat schakelen en
is het aan te bevelen het interne rekenmodel van de Commander C te gebruiken, zie volgende pagina's.
Programmering van de Commander C
Bij toepassing van een remweerstand moet parameter #0.028 op Fast geprogrammeerd worden.
Commander C300 Handleiding versie 1.2

Remweerstand

Commander C300
Optionele externe
remweerstand
+
Interne
remtransistor
DC tussenkring
U
M
V
W
Pagina 34 van 195

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave