Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Inregelprocedure

1 .
Sluit de Commander C stuurstroomtechnisch aan, zoals op één van de voorgaande pagina's is weergegeven.
Neem de bedrading van de spoel van de remmagneetschakelaar los, zodat de rem niet kan vrijkomen.
2.
Programmeer de motormap in #00.006 t/m 00.009 zoals in de beschrijving van het nulmenu vanaf pagina 65 in deze
3.
handleiding is weergegeven en vul dit aan met de onderstaande programmering. Daar waar mogelijk wordt hierbij de
programmering vanuit het nulmenu gebruikt. LET OP! de remmacro-parameters in menu 0 en de oorsprong-
parameters in menu 12 bevinden zich in hetzelfde getallengebied, dit kan verwarrend zijn!
Standaard 0-10 V
#00.010
= All
#00.005
= AV
#00.002
= max. 50 Hz
#00.028
= Fast
#00.046
= 70%
#00.047
= 10%
#00.050
= 0,2 sec.
#00.051
= 0,3 sec.
#00.053
= Ref
#00.055
= Dig 10
#05.088
= 0,1
Reset (rode toets)
Bereken de nominale slipfrequentie van de motor, F-slip
4.
Voorbeeld: een motor van 1.440 rpm: F-slip
#00.048 en #00.049 = F slip (binnen ons voorbeeld, 2 Hz)
5.
6 .
Programmeer #00.054 op 1.00
Programmeer de slipcompensatie in #05.027 op 0.0%
7.
Deze programmering is bij een hefbeweging met valgevaar beslist noodzakelijk
Programmeer #00.038 op 1 (statische autotune)
8.
Autotune vanuit de < Stop > of< Heat > mode is niet mogelijk, dus stel zeker dat tijdens autotune #06.008 = 0
9 .
Geef een run- en vrijgavesignaal, de Commander C zal nu een statische autotune uitvoeren en ter afsluiting zal er
weer 0 in #00.038 verschijnen. De autotune neemt ca. 10 sec. in beslag. Neem het run- en vrijgavesignaal nu weer
weg.
10 . Ga naar #00.000 , selecteer < Save >, druk op de rode toets, waarna weer < NonE > in beeld zal verschijnen. Alle
parameters zijn nu opgeslagen in het geheugen van de Commander C.
11. Sluit de spoeldraad van de remmagneetschakelaar weer aan
12. Geef een runsignaal en bepaal tijdens bedrijf de gewenste acceleratie en deceleratie in #00.002 en #00.003
13. Maak zonodig een fijnafstemming van de volgende parameters:
- #00.046 procentuele motorstroom bij rem lichten en daarmee zeker stellen dat de last niet dipt bij rem lichten
- #00.051 mechanische responstijd van de rem, (rem lichten) om daarmee zeker te stellen dat de last in een vloeiende
beweging accelereert
14 . Trommelremmen kunnen last hebben van een lange invaltijd, waardoor de last
tijdens het invallen ongecontroleerd is. Hierdoor kan het nodig zijn een andere
stopmethode te kiezen in #06.001, waarbij tijdens het invallen van de rem een
DC-injectie plaatsvindt, waardoor de bewegende last wordt afgeremd.
Door #06.001 op < rP dcI > te programmeren, zal de motor bij een stopsignaal
volgens de geprogrammeerde deceleratietijd tot stilstand komen en bij stilstand
aangekomen, zal er gedurende de in #06.007 geprogrammeerde tijd een DC-injectie
plaatsvinden met een niveau zoals in #06.006 is vastgelegd. Raadpleeg ook de
beschrijving van #06.001 op pagina 113.
15 . Ga naar #00.000 , selecteer < Save >, druk op de rode toets, waarna weer < NonE > in beeld zal verschijnen. Alle
parameters zijn nu opgeslagen in het geheugen van de Commander C.
Commander C300 Handleiding versie 1.2
Menu 12c – Remlogica
Commander C300
Aavulling bij presets
#00.005 = Preset
#00.018 = Preset frequentie 1
#00.019 = Preset frequentie 2
#00.020 = Preset frequentie 3
#00.021 = Preset frequentie 4
Reset (rode toets)
% &&
" #
$
%"
x F nominaal
" #
$
x 50 = 2 Hz
Pagina 146 van 195

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave