Parameter-
Eigenschappen
type
RW
Read-Write, programmeerbare parameter
RO
Read-Only, diagnose parameter
Txt
Weergave middels tekstregels
Bit
Bitparameter, inhoud is 0 of 1
Bin
Binaire parameter
Par.nr. Omschrijving
5.001
Uitgestuurde frequentie
(0.085)
5.002
Uitgestuurde motorspanning
(0.086)
5.003
Afgegeven vermogen
5.004
Motortoerental
(0.874)
5.005
Tussenkringspanning
(0.084)
5.006
Nominale motorfrequentie
(0.039)
5.007
Nominale motorstroom
(0.006)
5.008
Nominaal motortoerental
(0.007)
5.009
Nominale motorspanning
(0.008)
5.010
Nominale motor cos. φ
(0.009)
5.011
Motor pooltal
(0.040)
5.012
Keuze en vrijgave autotune ter
(0.08)
bepaling van de motorkarakteristiek.
Bij de roterende autotune wordt de statorinductie in #05.025 gemeten van waaruit de cos. φ bepaald wordt in #05.010 en
#0.009. Zolang er een waarde in #05.025 staat, is de cos. φ in #5.010 of #0.009 niet meer handmatig te wijzigen.
5.013
Flux optimalisatie (energy saving)
(0.032)
Commander C300 Handleiding versie 1.2
RFC-A | Menu 5 – Motormap
Commander C300
Type
RO,B
RO,B
RO,B
RO,B,
RO,U
RW,U
RW,U
RW,U
RW,U
RW,U
RW,Txt
RW,U
Statische autotune (1)
#5.017 stator weerstand
#5.024 transiënt inductie
#5.059 max. dode tijd comp
#5.060 A bij max. comp.
#4.013 I-regelaar P-gain
#4.014 I-regelaar I-gain
RW,Bit
Parameter-
Eigenschappen
type
B
Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk
U
Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk
R
Benodigt reset om nieuwe inhoud te activeren
S
Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen
K
Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC
Eenh
Fabr.
Bereik
progr.
Hz
#1.006
VAC
325 (230)
650 (400)
kW
±999,99
rpm
±80.000,0
VDC
415 (230)
830 (400)
Hz
50,00
550,00
A
#11.032 of
#11.060
rpm
1500
80.000,0
Volt
230/400 240/480
0,850
1,000
polen Auto
Auto – 32
0
0
1
2
3
Roterende autotune (2)
#5.010 cos. φ (#0.009)
#5.025 stator inductie
#5.029 flux verzadiging 1
#5.030 flux verzadiging 3
#5.062 flux verzadiging 2
#5.063 flux verzadiging 4
0
0
1
Bijzonderheden
Diagnose parameters
Gegevens van de motortypeplaat
Gegevens van de motortypeplaat. Indien
cos. φ niet bekend, raadpleeg dan #5.012
Auto = Berekening volgens motor data
2
= 2-polig – 3.000 rpm
4
= 4-polig – 1.500 rpm
6
= 6-polig – 1.000 rpm etc.
Eerst #5.007 t/m #5.010 invullen
Uit
Statische autotune:
Statormeting bij stilstand, zet #5.012 op 1,
geef een start. Motor gaat nu niet draaien.
Roterende en statische autotune:
Stel zeker dat de motor onbelast is. Stop de
drive. Zet #5.012 op 2, start de drive. Nu
volgt eerst de statische autotune, daarna
gaat de motor enige tijd op 65% snelheid
draaien in de geselecteerde richting, stopt
zichzelf en loopt vrij uit. Neem de vrijgave
en run weg om daarna weer te kunnen
starten.
Inertie compensatie meting:
Stel zeker dat de motor stilstaat. Na een
start zal de motor met 20% koppel in 5 sec.
accelereren naar 75% nominaal toerental.
Zonodig zal automatisch het koppel met
stappen van 20%, bij een maximum van
100%, verhoogd worden om de 5 sec.
acceleratie te bewerkstelligen. Maximum
tijd bij 100% koppel is 60 sec. waarna de
drive tript. Zie ook #5.021, #4.022, #3.018,
en illustratie op pagina 161.
Inertiemeting (3)
#3.018 totale inertie
Constant koppel werktuigen
Gereduceerde fluxstroom bij lage belasting
en daardoor gereduceerde verliezen.
Specifiek voor ventilatoren en centrifugaal-
pompen. Geen dynamische toepassingen.
Pagina 164 van 195