De RX-geschiedenis weergeven
1 Open Menu Nr. 600.
2 Selecteer een lijst en druk op [A/B].
Het informatiescherm van de RX-geschiedenis verschijnt.
3 Druk op [A/B].
Het GPS-scherm van de RX-geschiedenis verschijnt.
Het roepteken van de RX-geschiedenis registreren
1 Open Menu Nr. 600.
2 Selecteer de lijst en druk op [ENT].
Het registratiescherm van het Roepteken verschijnt.
De RX-geschiedenis wissen
1 Open Menu Nr. 600.
2 Selecteer de lijst en druk op [MODE].
De geselecteerde RX-geschiedenis wordt gewist.
Alle RX-geschiedenis wordt gewist door te drukken op
[MODE] (1s).
TX-BERICHTEN
Een bericht van maximaal 20 tekens kan tijdens
spraakcommunicatie in de DV/DR-modus worden verzonden. Er
kunnen maximaal vijf zendingsberichten worden geregistreerd.
De TX-berichten registreren
1 Open Menu Nr. 611.
2 Selecteer een nummer voor de registratie en druk op
[A/B].
Het bewerkingsscherm voor TX-berichten verschijnt.
3 Voer de berichten in.
4 Selecteer een nummer voor de registratie en druk op [ENT].
De TX-berichten zijn geselecteerd
Elke druk op [PTT] verzendt het geselecteerde bericht.
TX-GESCHIEDENIS
Maximaal 20 invoeringen kunnen worden opgeslagen in de
TX-geschiedenis voor signalen verzonden in de DV/DR-
modus. De TX-geschiedenis wordt niet gewist wanneer de
stroom wordt geschakeld.
Eenmaal verzonden, wordt een combinatie van
Roepnamen (FROM en TO) samen opgeslagen, zodat u de
zendingsinstellingen van dat moment kan herstellen met één
aanraking door op [A/B] te drukken voor de geselecteerde
TX-geschiedenis.
De TX-geschiedenis weergeven
1 Selecteer [TX History] in het Digitale Functiemenu.
Het lijstscherm van de TX-geschiedenis verschijnt.
2 Selecteer een lijst en druk op [A/B].
De zendingsinstellingen worden gewijzigd en u keert terug
naar het frequentiescherm.
Opmerking:
◆ Invoeringen worden niet opgeslagen in de TX-geschiedenis
voor de gegevensmodus, Roeptekenruisonderdrukking/
Coderuisonderdrukking en BK-oproep.
De TX-geschiedenis wissen
1 Selecteer [TX History] in het Digitale Functiemenu.
2 Selecteer de lijst en druk op [MODE].
De geselecteerde TX-geschiedenis wordt gewist.
Alle TX-geschiedenis wordt gewist door te drukken op
[MODE] (1s).
CALL WITHIN ZONE
Call within Zone is een indirecte communicatie via een
andere repeater binnen de zone.
Opmerking:
◆ Call within Zone is niet verbonden met het Internet.
Instellen van de Toegang-repeater (FROM)
1 Selecteer [Route Select] in het Digitale Functiemenu.
2 Selecteer [Local NW] en druk op [ENT].
Het selectiescherm voor de wereldregio verschijnt.
3 Selecteer uw regio en druk op [ENT].
Het selectiescherm voor de landregio verschijnt., land-, en
groepsselectiescherm verschijnt.
4 Selecteer uw land en druk op [ENT].
Het groepsselectiescherm verschijnt.
5 Selecteer uw gebiedsgroep en druk op [ENT].
Het selectiescherm van de repeater-lijst verschijnt.
6 Selecteer een nabijgelegen repeater uit de repeater-
namen of staat/prefectuur-namen en druk op [ENT].
De toegang-repeater is ingesteld op [FROM].
16-6