GATEWAY-OPROEP
Een gateway-oproep kan tot stand worden gebracht door de
gebied-repeater in te stellen om de CQ uit te voeren voor
[TO] en te drukken op [PTT].
Een gateway CQ is de uitvoer van een CQ naar een gebied
dat niet overeenkomt met dat van uw station, door middel
van een repeater die verbonden is met het Internet. Een
oproep kan ook worden gemaakt naar een gebied dat niet
rechtstreeks door signalen kan worden bereikt, vanwege de
verbinding met het Internet.
Instellen van de Toegang-repeater (FROM)
Stel een dichtbijgelegen repeater in op [FROM].
Het instellen van de Bestemming-repeater (TO)
1 Druk op [
] (1s).
Het bestemmingselectie-scherm verschijnt. Dit scherm
wordt ook weergegeven bij het selecteren van [Destination
Select] in het Digitale Functiemenu.
2 Selecteer [Gateway CQ] en druk op [ENT].
De wereldregio, land, en groep selectiescherm verschijnt.
3 Selecteer uw gebiedsgroep en druk op [ENT].
Het selectiescherm van de repeater-lijst verschijnt.
4 Selecteer de bestemmingsrepeater.
Druk op [ ] om gedetailleerde informatie weer te geven
van de repeater die u heeft geselecteerd. Als u op [ENT]
drukt, wordt de repeater ingesteld op [TO].
Controleren of de Signalen de Repeater (TO) Bereiken
1 Druk op [PTT] (1s) en verzend.
2 Controleer de reactie.
Als <
> binnen 3 seconden verschijnt, dan geeft dit
aan dat signalen de bestemming-repeater bereiken via
het Internet en dat signalen normaal worden uitgevoerd
vanuit de bestemming-repeater. Echter, <
weergegeven als er een toegang is van een ander station
binnen 3 seconden.
Verzenden
Druk op [PTT] om uit te zenden.
BEANTWOORD DE GATEWAY-OPROEP
Wanneer u een Gateway CQ of een Gateway individuele
oproep beantwoord, dient u de bestemming Oproepteken in
te stellen op [TO] voordat u [PTT] indrukt.
1 Druk op [ENT] (1s) nadat het zenden door de andere
beller is voltooid.
2 Selecteer het Oproepteken van de beller door middel
van de Oproepgeschiedenis, en druk op [ENT] om het
Oproepteken te bepalen.
Het Oproepteken is ingesteld op [TO] en de route-instelling
voor Gateway-oproep wordt ook automatisch ingesteld.
Opmerking:
◆ Door de D-STAR-structuur kunt u geen antwoord geven op de
Gateway-oproep in de instelling door [Local CQ].
◆ Het Oproepteken van het andere station wordt opgeslagen in
Oproepgeschiedenis wanneer het zenden door de andere beller
is voltooid. Druk op [ENT] (1s) nadat het zenden door het andere
station is voltooid.
◆ In stabiele communicatie staat kunt u ook een antwoord
geven met de Directe antwoordfunctie zonder handmatig
instellen van de bestemming Oproepteken.
ROEPTEKEN-AANDUIDING
Een oproep via Roepteken-aanduiding kan tot stand worden
gebracht door de Roepteken-aanduiding van de andere partij
op [TO] in te stellen en te drukken op PTT. Een oproep naar
het specifieke station wordt automatisch doorgegeven aan
de repeater die het station als laatste heeft geopend, zo kunt
u een oproep doen zonder het gebied te kennen waarin het
andere station op dat moment staat.
Instellen van de Toegang-repeater (FROM)
Stel een dichtbijgelegen repeater in op [FROM].
Het instellen van de Bestemming (TO)
1 Druk op [
Het bestemmingselectie-scherm verschijnt. Dit scherm
wordt ook weergegeven bij het selecteren van [Destination
Select] in het Digitale Functiemenu.
2 Selecteer [Individual] en druk op [ENT].
De Roepletterslijst verschijnt.
3 Selecteer de Roepletters en druk op [ENT].
Het individuele Roepteken en de naam zijn ingesteld op
[TO].
4 Druk op [PTT] om uit te zenden.
ROEPLETTERLIJST
Er kunnen maximaal 300 Roepletters van de andere stations
worden geregistreerd. Namen en overige notities kunnen
ook worden geregistreerd in plaats van Roeptekens. De
geregistreerde namen worden weergegeven in de TX-
geschiedenis en RX-geschiedenis.
Het bewerken van de Roepletters
U kunt de informatie van de Roepletters bewerken.
> wordt niet
1 Open Menu Nr. 220.
Het selectiescherm van de Roepletters-lijst verschijnt.
2 Druk op [A/B].
Het bewerkingsscherm van de Roepletters-lijst verschijnt.
3 Selecteer het item en druk op [ENT].
Het bewerkingsscherm voor het geselecteerde item
verschijnt.
U kunt registreren of de naam bewerken, Roepletters en
memo, enz.
4 Druk op [ENT] na het bewerken.
Bewerken is voltooid en het bewerkingsscherm van de
Roepletters-lijst verschijnt.
5 Druk op [A/B].
Het selectiescherm van de Roepletters-lijst verschijnt.
16-4
] (1s).