2 Druk op [F], [TONE] (1s).
• De scan start en "Scanning" knippert op het scherm.
• Om de scan te stoppen, drukt u op [ ].
• Wanneer een DCS-code is geïdentificeerd, verschijnt
de geïdentificeerde code op het scherm en knippert
deze.
3 Druk op [A/B] om de geïdentificeerde code in plaats van
de momenteel ingestelde DCS-code te programmeren.
• De DCS-functie zal ingeschakeld blijven. Druk op
[TONE] tot DCS van het scherm verdwijnt om DCS te
annuleren.
KRUISTOON
Kruistoon Gebruiken
U kunt afzonderlijke signaleringstypen instellen bij TX en RX
voor wanneer u een repeater die verschillende coderings-/
decoderingssignalering gebruikt.
Om de Kruistoonfunctie in te schakelen:
1 Druk 4 keer op [TONE] om de Kruistoonfunctie te
activeren.
• Het <
>-pictogram (standaard) verschijnt op het
scherm wanneer de Kruistoonfunctie is ingeschakeld.
• Telkens wanneer u op [TONE] drukt, verandert de
selectie als volgt:
) ➡ CTCSS (
Toon (
Kruistoon (
: standaard) ➡ Uit (geen weergave).
Daarnaast wordt Stemwaarschuwing AAN toegevoegd
aan de bovenstaande cyclus als APRS AAN staat en
Stemwaarschuwing is geconfigureerd.
Een Kruistoonmodus Selecteren
Om de vereiste kruistoon-/codefrequentie voor toegang tot de
repeater van uw voorkeur te selecteren:
1 Schakel de Kruistoonfunctie in.
2 Druk op [F], [TONE].
• De Kruistooninstelling verschijnt op het scherm.
3 Selecteer de Kruistooninstelling van uw voorkeur.
Instelling
Codeer
DCS/Off
DCS
TONE/DCS
Toon
DCS/CTCSS
DCS
TONE/CTCSS
Toon
4 Druk op [A/B] om de geselecteerde instelling in te stellen.
) ➡ DCS (
) ➡
Decodeer
Pictogram
uit
DCS
CTCSS
CTCSS
10-3