Inhoudsopgave
Advertenties
BRANDSTOFSYSTEEM
WERKINGSPRINCIPE (vervolg)
Als de temperatuur boven een vooraf bepaalde waarde
stijgt, gaat het kogelventiel open, waardoor lucht via
de warmtevoeler in de vacuumleiding kan komen. Hier-
door wordt het effekt van het op het membraan werkend
vacuum verminderd (zie fig. 24.).
1
Het gekombineerde effekt van de warmtevoeler, het va-
cuummembraan en de tuimelklep dient om de verhouding
tussen de aangezogen hete en koele lucht bij gesloten
of gedeeltelijk geopende gasklep te regelen; daardoor
wordt een konstante inlaatluchttemperatuur gehandhaafd.
Bij nagenoeg geheel of volledig geopende gasklep wordt
koelere lucht aangezogen, zodat de motor zijn maximum
vermogen volledig kan ontwikkelen.
Brandstofpomp, fig. 25. en 26.
De pomp bestaat in hoofdzaak uit een membraan, een
terugdrukveer, twee terugslagklepjes, een tuimelarm en
een filter. De tuimelarm rust met zijn ene uiteinde op
een excentriek van de nokkenas en het andere uiteinde
is met het pompmembraan verbonden. Als het excentriek
180° draait, trekt de tuimelarm het membraan tegen de
veerdruk in omlaag, waardoor de brandstof via een van
de. terugsiagklepjes in de pomp wordt gezogen, zie fig.
25. Naarmate het excentriek verder draait en een vol -
ledige omwenteling van 360° heeft gemaakt, kan de
membraanveer het membraan terugdrukken, zodat de
' brandstof door het tweede terugslagklepje uit de pomp
wordt geperst, zie fig. 26.
Fig. 24. Warmtevoeler - warm
A - bi-metalen strip
B - lucht stroomt langs ventielkogel
C - luchttoevoer naar spruitstuk
D - zwak vacuum naar vacuummotor
Fig. 25. Brandstofpomp tijdens eerste slag
A - inlaatklepje open
B - uitlaatklepje gesloten
C - brandstofstroom
D - membraan
E - pomparm
0
i
a
0
\
71' '%/
D
0
F/23157
Fig. 26. Brandstofpomp tijdens tweede slag
A - inlaatklepje gesloten
B - uitlaatklepje open
C - brandstofstroom
D - membraan
E - pomparm
September 1976
TAUNUS VANAF '76/CORTINA VANAF ' 77: HOOFDSTUK 23-16
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
