Inhoudsopgave
Advertenties
BRANDSTOFSYSTEEM
WERKINGSPRINCIPE (vervolg)
De tuimelklep wordt bediend door een vacuummembraan
dat de klep openhoudt zolang het vacuum sterker is dan
ongeveer 100 mm (4.0 in) kwikkolom. Onder deze om-
standigheden kan uitsluitend hete lucht vanuit het hete-
luchtkastje op het uitlaatspruitstuk in het luchtfilter wor -
den aangezogen, zie fig. 21.
r
F/23124
Fi g. 2
i I ster vacuum
A - vacuumslang
B - vacuummotor
C - membraan
D - tuimelklep
F - warme luchtstroom
(tuimelklep open)
Ais het op het membraan uitgeoefende vacuum lager is
dan 100 mm (4.0 in) kwikkolom, sluit de tuimelklep
progressief waardoor koelere lucht in het luchtfilter kan
stromen. Bij afnemend vacuum sluit de klep verder, tot-
dat de klep bij een vacuum van 50 mm (2.0 in) kwikko-
lom geheel gesloten is, zodat daarna alleen nog koele
lucht vanuit de standaard luchtinlaat in het luchtfilter
kan komen. De vacuumtoevoer vanuit het inlaatspruitstuk
naar het membraan wordt via een warmtevoeler geregeld,
zie fig. 22.
De warmtevoeler is in het luchtfilter gemonteerd en
werkt op de temperatuur van de lucht die in werkelijk-
heid in de carburateur stroomt. De warmtevoeler bestaat
uit een.huisje met twee vacuum aansluitingen, een bi-
metalen strip en een kogelventiel. Wanneer de langs de
warmtevoeler stromende lucht koud is, is het kogelven-
tiel in de warmtevoeler gesloten, waardoor het volledig
beschikbare vacuum op het membraan werkt. (Zie fig.
23.)
F/23/25
Fig. 22. Bij zwak vacuum (tuimelklep gesloten)
A - vacuumslang
B - vacuummotor
C - membraan
D - tuimelklep
E - koude luchtstroom
0
IL
S
0
,
G/5/4651T
O
0
Fig. 23. Warmtevoeler - koud
A - bi-metalen strip
B
kogelventiel gesloten
C - vacuum
D - aansluiting voor vacuummotor
E - aansluiting voor inlaatspruitstuk
September 1976
TAUNUS VANAF '76,ORTINA VANAF '77: HOOFDSTUK 23-15
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
