Snelheid en afstand van voetsensor instellen
Voordat u de snelheid en afstand van de voetsensor kunt kalibreren, moet u het toestel koppelen met de
voetsensor
(De draadloze sensoren koppelen, pagina
U kunt uw toestel instellen om snelheid en afstand te berekenen met de voetsensorgegevens in plaats van GPS-
gegevens.
1 Houd op de watch face
2 Selecteer
> Sensoren en accessoires.
3 Selecteer uw voetsensor.
4 Selecteer Snelheid of Afstand.
5 Selecteer een optie:
• Selecteer Binnen als u met uitgeschakelde GPS traint, meestal binnen.
• Selecteer Altijd als u uw voetsensorgegevens wilt gebruiken ongeacht de GPS-instelling.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadanssensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u gegevens verzenden naar uw toestel.
• Koppel de sensor met uw toestel
• Stel de wielmaat in
(Wielmaat en omvang, pagina
• Maak een rit
(Een activiteit starten, pagina
Trainen met vermogensmeters
• Ga naar
buy.garmin.com
en Vector
).
™
• Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van uw vermogensmeter.
• Pas uw vermogenszones aan uw doelen en mogelijkheden aan
pagina
26).
• Gebruik bereikwaarschuwingen om te worden gewaarschuwd wanneer u een bepaalde vermogenszone
bereikt
(Een waarschuwing instellen, pagina
• Pas de vermogensgegevensvelden aan
Elektronische schakelsystemen gebruiken
Voordat u gebruik kunt maken van compatibele elektronische schakelsystemen, zoals Shimano
schakelsystemen, moet u deze koppelen met uw toestel
de optionele gegevensvelden aanpassen
geeft de huidige afstellingswaarde weer als de sensor in de afstellingsmodus is.
Omgevingsbewustzijn
Uw Forerunner toestel kan worden gebruikt met de Varia
verbeterd omgevingsbewustzijn. Raadpleeg de handleiding van het Varia toestel voor meer informatie.
OPMERKING: U moet mogelijk de Forerunner software bijwerken voordat u Varia toestellen kunt koppelen
software bijwerken met de Garmin Connect app, pagina
tempe
Het toestel is compatibel met de tempe temperatuursensor. U kunt de sensor aan een stevige band of lus
bevestigen op een plek waar deze is blootgesteld aan omgevingslucht, zodat de sensor een consistente bron
van nauwkeurige temperatuurgegevens biedt. U moet de tempe sensor met uw toestel koppelen om
temperatuurgegevens te kunnen weergeven. Zie de instructies bij uw tempe sensor voor meer informatie
(www.garmin.com/manuals/tempe).
Draadloze sensoren
ingedrukt.
(De draadloze sensoren koppelen, pagina
5).
voor een lijst met ANT+ sensoren die compatibel zijn met uw toestel (zoals Rally
82).
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
75).
111).
(Uw vermogenszones voor fietsen instellen,
(De draadloze sensoren koppelen, pagina
slimme fietsverlichting en achteruitkijkradar voor een
™
57).
75).
80).
Di2
®
™
75). U kunt
80). Het Forerunner toestel
™
(De
77