Inhoudsopgave
Advertenties
nCPAP D
alarmgrens-
waarden
nCPAP S
PIP
(mbar)
20
15,0
11
PIP
Stel de boven-
Waarschuwing:
en ondergrens in.
Beademing met
Naam alarm hoog:
het apneualarm
PIP te hoog
"UIT"
(Grens onzichtbaar)
De gebruiker
Naam alarm laag:
moet een andere
PIP te laag
methode voor het
(Grens onzichtbaar)
detecteren van
apneuvoorvallen
gebruiken als het
apneualarm
"UIT" is
Beademing - Niet-invasief
Stel de bovengrens in.
(Grenzen onzichtbaar)
Naam alarm:
BPM te hoog
Apneu
Stel de grens voor
maximale apneutijd
in. Kan worden
ingesteld op Uit
(zie de onderstaande
waarschuwing)
(Grenzen onzichtbaar)
Naam alarm:
Tijd tussen
patiëntinspanningen
langer dan apneulimiet
(BPM)
100
Apneu
(seconden)
CPAP
(mbar)
7,0
4,0
1
CPAP
Stel de boven-
en ondergrens in.
Naam alarm hoog:
PEEP te hoog
(Grens onzichtbaar)
Naam alarm laag:
Druk lager dan
ondergrens
(Grens onzichtbaar)
83
RR
O2 %
Stel de bovengrens in.
(Grenzen onzichtbaar)
Naam alarm:
O2 boven ingestelde
limiet.
RR
O2
(%)
60
0
21
15
SpO
2
(%)
99
--
88
SpO
2
Stel de maximale
en minimale
SpO
-grenzen in.
2
Uitsluitend actief
indien de
SpO
-module is
2
aangesloten.
PR
(min)
180
--
100
PR
Stel de maximale
en minimale hartfre-
quentiegrenswaarden
in. Uitsluitend actief
indien de
SpO
-module is
2
aangesloten.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
