14 Sluit de flowsensorkabel (S) aan op de elektrische
aansluiting met de aanduiding "Flow sensor" (T)
op de voorkant van het beademingsapparaat.
T
S
15 Sluit de flowsensor-
kabel aan op de
flowsensor. Zorg dat de
spie op de kabelstekker
in de achterste inkeping
van de flowsensoraan-
sluiting valt.
Opmerking: Als het beademingscircuit in elkaar
wordt gezet terwijl het beademingsapparaat
is uitgeschakeld, slaat u stap 16 en 20 over.
16 Het beademingsapparaat voert een alarmkalibratie
van de flowsensor uit. Druk op de knop "Kalibreren"
op de informatiebalk om het sensorpaneel te
activeren of druk op de knop "Techniek." of de knop
"Kalibratie en techniek".
17 Houd de flowsensor
dicht zodat er geen
enkele flow plaatsvindt
over de sensordraden.
Let op: Om verontreiniging van de flowsensor
te voorkomen gebruikt u handschoenen bij
de kalibratie.
18 Druk op de knop Start kalibratie. De tekst
"Kalibratie..." wordt weergegeven boven de knop.
19 Na voltooiing van de kalibraties verschijnt de tekst
"Gekalibreerd - OK".
20 Nu is de flowsensor gekalibreerd.
Beademingscircuits
12.2.5 De flowsensor aansluiten op een BC6188
beademingscircuit
21 Verwijder de stofdop (U) van
het T-stuk van de ET-tube (V).
22 Steek de flowsensor (W) in het
T-stuk van de ET-tube (V).
23 Nu is het beademingscircuit
gereed voor gebruik.
Opmerking: Het gebruik van de ET-tube wordt
niet behandeld in deze handleiding.
12.2.6 De flowsensor aansluiten op een BC6198
beademingscircuit
24 Verwijder de stofdop (U) van
het T-stuk van de ET-tube (V).
25 Steek de flowsensor (W) in het
T-stuk van de ET-tube (V).
26 Nu is het beademingscircuit
gereed voor gebruik.
Opmerking: Het gebruik van de ET-tube wordt
niet behandeld in deze handleiding.
12.2.7 De testlong aansluiten
Nadat het beademingscircuit in elkaar is gezet, sluit
u de testlong (X) aan op de flowsensor (W). Het circuit
is nu gereed voor functionele tests voorafgaand
aan het gebruik.
53
V
V
U
V
V
W
X
U
W
W