De gebruiker drukt op de bevestigings-
knop. Door deze handeling wordt
de O2-boostprocedure gestart.
Er wordt een afteltimer ingesteld voor
2 minuten. Na 2 minuten stopt de
procedure.
Als de gebruiker de O2-boostparame-
terregeling ingedrukt houdt wordt
er boven het berichtpaneel een nieuwe
regeling weergegeven. De gebruiker
drukt deze regeling in en bevestigt de
actie de procedure wordt geannuleerd.
Het % O2 gaat terug naar de originele
waarde en het bericht verdwijnt.
Operationele functies
18.5 Alarmgrenzen
O2-boost
bezig
Het beademingsapparaat heeft voor elke modus een
set drukgerelateerde alarmgrenzen die door de
gebruiker worden ingesteld of automatisch door het
1 min. 59 s
beademingsapparaat worden ingesteld op grond van
de door de gebruiker ingestelde parameters.
O2-boost
De enige modus die geen drukgerelateerde
alarmgrenzen heeft, is O2-therapie.
18.5.1 Alarmgrenzen voor conventionele modi
%
(invasief en niet-invasief - dubbele tak)
Het onderstaande diagram toont de drukalarmgrenzen
O2-boost
voor conventionele modi (invasief en niet-invasief).
Indrukken om
uit te schakelen
O2-boost
bezig
1 min. 59 s
O2-boost
%
A. Nuldruklijn
B. Golfpatroon
Alarmgrenzen
1. Lage druk (alarmregeling lage PEEP).
Automatisch ingesteld en door de gebruiker
afstelbaar.
2. Hoge PIP (alarmregeling hoge PIP). Automatisch
ingesteld en door de gebruiker afstelbaar.
3. Grenswaarde hoge druk overschreden
(+5 mbar boven PIP). Automatisch ingesteld.
4. Grenswaarde hoge druk overschreden
(+20 mbar boven PIP). Automatisch ingesteld.
5. Onder omgeving (-2 mbar onder nuldruk).
Automatisch ingesteld.
6. Hoge PEEP (alarmregeling hoge PEEP).
Automatisch ingesteld en door de gebruiker
afstelbaar.
7. Lage PIP (alarmregeling lage PIP). Automatisch
ingesteld en door de gebruiker afstelbaar.
8. Geen beademing. Automatisch ingesteld.
9. Aanhoudende positieve druk (+5 mbar boven
CPAP/PEEP gedurende meer dan 4 seconden).
Automatisch ingesteld.
120